Besox

Werkhervatting van een SWT-er in een vitale sector

28 mei 2021

Een aantal vitale sectoren tellen een zeer groot tekort aan werknemers, namelijk PC 144 (landbouw), PC 145 (tuinbouw) uitgezonderd PC 145.04 (parken en tuinen), PC 146 (bosbouw) en PC 322 (uitzendsector in deze sectoren).

Als een SWT-er het werk tijdelijk hervat in een vitale sector, behoudt hij een deel van zijn werkloosheidsuitkeringen. Voor wat betreft de betaling van de bedrijfstoeslag moet er een onderscheid gemaakt worden tussen 2 situaties, namelijk een werkhervatting bij een andere werkgever en een werkhervatting bij dezelfde werkgever.

1.Werkhervatting bij een andere werkgever

De SWT-er kan het werk bij een andere werkgever hervatten en tegelijk 75% van zijn werkloosheidsuitkering behouden. De betaling van de bedrijfstoeslag door de werkgever die het SWT heeft toegestaan, moet worden voortgezet. Deze regeling blijft behouden en geldt voorlopig tot en met 30 juni 2021.

2.Werkhervatting bij dezelfde werkgever

Ook bij een werkhervatting bij dezelfde werkgever behoudt de SWT-er 75% van zijn werkloosheidsuitkering. Het is echter geen verplichting voor de werkgever om de bedrijfstoeslag door te betalen. Als de werkgever dit toch wenst te doen, is er een specifieke sociale en fiscale regeling van toepassing.

De doorbetaalde bedrijfstoeslag is immers onderworpen aan gewone sociale zekerheidsbijdragen en normale bedrijfsvoorheffing. De inhoudingen op de bedrijfstoeslag worden verricht alsof het loon zou zijn. Vanaf april 2020 tot en met 31 augustus 2020 werd dit uitzonderlijk en tijdelijk vrijgesteld van sociale bijdragen en belasting.

Bron: Koninklijk besluit van 23 april 2020 tot het tijdelijk versoepelen van de voorwaarden waaronder werklozen, al dan niet met bedrijfstoeslag, kunnen worden tewerkgesteld in vitale sectoren en tot het tijdelijk bevriezen van de degressiviteit van de volledige werkloosheidsuitkeringen, meermaals verlengd en laatst door het KB van 2 mei 2021, BS 7 mei 2021.