Besox

Hervorming werkplekleren in Vlaanderen

18 september 2018

Werkplekleren bevat verschillende systemen om werkzoekenden competenties te laten opdoen in een werkomgeving. Dit werkplekleren heeft als voordelen dat werkgevers op maat van hun bedrijf kunnen werken en dat werkzoekenden een praktijkgerichte opleiding krijgen.

Vanaf 1 september 2018 heeft de Vlaamse regering een aantal hervormingen van het werkplekleren ingevoerd.

In Vlaanderen zijn er voortaan zes verschillende formules van werkplekleren:

  • individuele beroepsopleiding (IBO);
  • beroepsinlevingsstage (BIS) – vroeger beroepsinlevingsovereenkomst (BIO);
  • opleiding en opleidingsstage;
  • beroepsverkennende stage (BVS);
  • activeringsstage;
  • werkervaringsstage (WES).

De belangrijkste wijzigingen hebben betrekking op de individuele beroepsopleiding (IBO).

De individuele beroepsopleiding blijft een opleiding op de werkvloer, waarbij de werkgever een cursist opleidt tot werknemer gedurende een periode van maximum 26 weken. De VDAB beslist nog steeds of een werkzoekende een individuele beroepsopleiding bij een werkgever kan volgen. Na afloop van de IBO volgt er een vaste tewerkstelling.

De nieuwe individuele beroepsopleiding staat open voor alle EU-burgers en kan voorafgegaan worden door 4 weken uitzendarbeid.

De aanvraagprocedure voor de werkgevers zal in de toekomst digitaal verlopen. De kostprijs die de werkgever voor de IBO aan de VDAB moet betalen, wordt berekend op forfaitaire basis afhankelijk van de loonschijf.

De tussenkomst door de werkgever bedraagt:

  • € 650 indien de loonschaal minder dan € 1.700 bedraagt;
  • € 800 indien de loonschaal tussen de € 1.700 en € 2.000 bedraagt;
  • € 1.000 indien de loonschaal tussen de € 2.000 en € 2.300 bedraagt;
  • € 1.200 indien de loonschaal tussen de € 2.300 en € 2.600 bedraagt;
  • € 1.400 indien de loonschaal meer dan € 2.600 bedraagt.

Bij een deeltijdse IBO wordt de kostprijs voor de werkgever berekend volgens de tewerkstellingsbreuk.

De bedragen van de loonschalen worden aangepast aan de spilindex.

De cursist krijgt voortaan een IBO-premie van de VDAB, die afhangt van het vervangingsinkomen van de cursist.

Het totale inkomen van de cursist zal minstens 80% van het gewaarborgd gemiddeld minimummaandinkomen (GGMMI) bedragen. Daarnaast kan de cursist van de VDAB ook nog een verplaatsingsvergoeding en een vergoeding voor kinderopvang ontvangen.

Er wordt ook een nieuwe vorm van IBO ingevoerd, de K-IBO. Dit stelsel van IBO is bedoeld voor kwetsbare werkzoekenden en kan tot 52 weken duren. De K-IBO is kosteloos voor de werkgever en komt in de plaats van de huidige curatieve IBO (C-IBO) voor langdurig werkzoekenden en de gespecialiseerde IBO (GIBO) voor niet-werkende werkzoekenden met een indicatie van arbeidshandicap.

De instapstage en de IBO-interim werden afgeschaft omdat deze vormen van werkplekleren in de praktijk weinig gebruikt werden.

Daarnaast heeft de Vlaamse regering ook de bestaande beroepsinlevingsovereenkomst (BIO) hervormd. De benaming wordt gewijzigd in beroepsinlevingsstage (BIS) en wordt gedefinieerd als een betaalde opleiding op de werkvloer, waarbij de cursist competenties en werkervaring verwerft en waarbij de VDAB geen begeleiding biedt.

Wanneer de stagiair een verplicht ingeschreven werkzoekende is, zal de VDAB wel eerst oordelen of een beroepsinlevingsstage passend is voor deze werkzoekende.

De werkgever moet zelf instaan voor de begeleiding tijdens deze beroepsinlevingsstage die voortaan maximaal 6 maanden kan duren. Het opleidingsplan dat tussen de partijen overeengekomen is, wordt voorafgaand aan de uitvoering van de beroepsinlevingsstage goedgekeurd door de VDAB.

De werkgever betaalt de stagiair een vergoeding die overeenkomt met minstens de helft van het gewaarborgd gemiddeld minimummaandinkomen. Voor de deeltijdse stagiairs wordt deze vergoeding pro rata de tewerkstellingsbreuk berekend.

De werkgever en de stagiair sluiten een beroepsinlevingsstageovereenkomst. Deze overeenkomst kan door beide partijen beëindigd worden met een opzeggingstermijn van 3 dagen. Wanneer de stagiair een gewone arbeidsovereenkomst kon sluiten, kan hij de beroepsinlevingsstageovereenkomst beëindigen met een opzeggingstermijn van 1 dag.

Deze hervormingen van het werkplekleren zijn in werking getreden op 1 september 2018. Voor de bestaande overeenkomsten voor opleidingen en stages die werden gesloten vóór 1 september 2018 geldt een overgangsbepaling: deze blijven verder lopen volgens de regelgeving die van toepassing was vóór de inwerkingtreding van deze hervorming.

Bron: Besluit van de Vlaamse Regering dd. 6 juli 2018 houdende wijziging van het besluit van de Vlaamse regering dd. 15/02/2008 tot vaststelling van de regels voor de erkenning en financiering door de VDAB van de gespecialiseerde trajectbepaling- en –begeleidingsdienst, de gespecialiseerde arbeidsonderzoeksdiensten en de gespecialiseerde opleidings-, begeleidings- en bemiddelingsdiensten, wat betreft de GIBO en de oriënterende stage, het besluit van de Vlaamse Regering dd. 5 juni 2009 houdende de organisatie van de arbeidsbemiddeling en de beroepsopleiding en het besluit van de Vlaamse Regering dd. 23/12/2016 betreffende de tijdelijke werkervaring, B.S. 17 augustus 2018.