Besox

Uitvoeringsbesluit concretiseert de interprofessionele opleidingsdoelstelling

27 december 2017

De wet betreffende wendbaar en werkbaar werk heeft de regeling inzake vorming, waarin bepaald werd dat de totale inspanningen inzake opleiding van werkgevers uit de privésector 1,9% diende te bedragen van de gezamenlijke loonmassa van alle ondernemingen, vervangen door een nieuwe interprofessionele doelstelling van gemiddeld 5 dagen opleiding per jaar, per voltijds equivalent.

De doelstelling kan geconcretiseerd worden, hetzij door middel van een nieuwe collectieve arbeidsovereenkomst, hetzij door middel van een verlenging van een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten voor de jaren 2013-2016. Bij gebrek aan een nieuwe of verlengde collectieve arbeidsovereenkomst kan de opleidingsinspanning geconcretiseerd worden door middel van het creëren van een individuele opleidingsrekening en het toekennen van een opleidingskrediet.

De wet betreffende werkbaar en wendbaar werk machtigde de Koning om de minimale vermeldingen vast te stellen die in de opleidingsrekening moeten worden opgenomen en om te bepalen op welke wijze deze rekening georganiseerd en beheerd zal worden. Dit gebeurde zopas in een K.B. van 5 december 2017.

De individuele opleidingsrekening wordt geconcretiseerd door middel van een formulier dat de volgende minimumvermeldingen bevat:

  • de identiteit van de werknemer;
  • het arbeidsregime waarin de werknemer wordt tewerkgesteld;
  • het of de bevoegde paritaire (sub)comité(s);
  • het opleidingskrediet (= aantal opleidingsdagen waarover de werknemer gedurende het kalenderjaar beschikt);
  • het aantal gevolgde opleidingsdagen en het aantal overblijvende dagen of het aantal over te dragen dagen naar het volgende jaar;
  • het groeipad.

Het formulier moet worden bewaard in het persoonlijk dossier van de werknemer en maakt er integraal deel van uit. Het kan onder papieren vorm of onder elektrische vorm bijgehouden worden.

Wanneer de individuele opleidingsrekening voor de eerste keer wordt ingevoerd, stelt de werkgever de betrokken werknemers daarvan in kennis. De werkgever stelt bovendien elke nieuwe betrokken werknemer in kennis van het bestaan van een individuele opleidingsrekening binnen het bedrijf. Telkens als de werknemer een opleiding volgt, wordt het aantal gevolgde opleidingsdagen zo snel mogelijk in de individuele opleidingsrekening vermeld. De werknemer heeft het recht om, op eenvoudige aanvraag, zijn opleidingsrekening te raadplegen en daarin wijzigingen aan te brengen, mits het akkoord van de werkgever.

Minstens één keer per jaar brengt de werkgever de betrokken werknemer op de hoogte van het saldo van het opleidingskrediet en herinnert hem aan zijn recht tot raadpleging van zijn individuele opleidingsrekening en zijn recht tot correctie van fouten.

Het aandeel van de loonmassa dat in 2015-2016 besteed werd aan opleiding, wordt bepaald door het bevoegde paritair (sub)comité in een algemeen verbindend verklaarde cao. Deze cao bepaalt tevens minstens de volgende elementen:

  • het gemiddeld aantal dagen besteed aan opleiding per voltijds equivalent, vastgesteld door het paritair (sub)comité, op basis van instrumenten die ze als relevant beschouwt. Dit aantal zal gebruikt worden als basis voor het groeipad;
  • de opleidingen die in aanmerking worden genomen om opleidingsinspanningen te bepalen waarbij het minstens gaat om de formele en informele opleidingen, alsook de opleidingen op de werkplek in de mate dat deze nog niet in de informele opleidingen zijn opgenomen.

Het gemiddeld aantal opleidingsdagen mag niet lager zijn dan het aantal voorzien in de periode 2015-2016.

Werkgevers die minder dan 10 werknemers tewerkstellen, worden volledig uitgesloten van de toepassing van de nieuwe regels inzake vorming. Werkgevers die minimum 10 en minder dan 20 werknemers tewerkstellen, uitgedrukt in voltijdse equivalenten, genieten een afwijkend regime:

  • de werkgever bepaalt, vóór 31 december van het eerste jaar van de tweejaarlijkse periode startend op 1 januari 2017, en vóór 30 september van het eerste jaar van elke daaropvolgende tweejaarlijkse periode, op basis van de loonmassa van zijn onderneming, het gemiddeld aantal dagen waarover de werknemers beschikken, zonder dat het resultaat van de omzetting lager mag zijn dan het aantal opleidingsdagen, voorzien op het niveau van zijn onderneming in de periode 2015-2016, met, gemiddeld, minimum één dag per jaar per voltijds equivalent;
  • het aantal vastgestelde dagen zal van toepassing zijn voor de periode 2017-2018, alsook voor de daaropvolgende periodes van 2 jaar zonder afbreuk te doen aan het recht van de werkgever om een nieuw aantal opleidingsdagen te kunnen bepalen. In geen geval mag het nieuwe aantal opleidingsdagen lager zijn dan het aantal toegekend voor de voorgaande tweejaarlijkse periode startend op 1 januari 2017;
  • de werkgever bepaalt het groeipad met het oog op het bereiken, op interprofessioneel niveau, van de doelstelling van een gemiddelde van 5 dagen opleiding per voltijds equivalent per jaar;
  • bij gebrek aan vaststelling van het aantal opleidingsdagen door de werkgever beschikken de werknemers gemiddeld over minimum één dag opleiding per jaar per voltijds equivalent.

Het aantal opleidingsdagen voor de werknemer die niet voltijds werkt en/of wiens arbeidsovereenkomst niet het volledige kalenderjaar dekt, rekening houdend met de arbeidsovereenkomst van de werknemer, wordt bepaald op basis van de volgende formule: A x B x C, waarbij:

  • ‘A’ staat voor het aantal opleidingsdagen toegekend op het niveau van de onderneming voor een voltijds tewerkgestelde werknemer;
  • ‘B’ staat voor het arbeidsregime van de werknemer, in vergelijking met een voltijds regime;
  • ‘C’ staat voor het aantal maanden gedeeld door 12 gedurende dewelke de werknemer wordt tewerkgesteld in de schoot van de onderneming. Elke begonnen maand wordt daarbij beschouwd als een volledig gepresteerde maand.

 

Bron: KB van 5 december 2017 houdende uitvoering van afdeling 1 van hoofdstuk 2 van de wet van 5 maart 2017 betreffende werkbaar en wendbaar werk, B.S. 18 december 2017.