Besox

RSZ-vermindering mogelijk voor mentors

18 mei 2015

Sedert enige tijd bestaat er een specifieke RSZ-vermindering voor mentors. In dit artikel  willen we de voornaamste voorwaarden om van deze RSZ-vermindering te kunnen genieten nog eens even voor u samenvatten.

Opgelet!  De informatie op deze pagina gaat over bevoegdheden die, geheel of gedeeltelijk, overgedragen werden naar de gemeenschappen en gewesten. De bestaande regelgeving blijft gelden tot een gemeenschap of gewest ze wijzigt.

  1. Toepassingsgebied

Werkgevers uit de private en de openbare sector kunnen een doelgroepvermindering voor mentors genieten op voorwaarde dat zij zich ertoe verbinden om in hun onderneming voor bepaalde specifieke doelgroepen stages op te volgen of opleidingen te organiseren via ‘mentors’.

Het gaat hierbij om de volgende doelgroepen:

  • leerlingen of leraren uit het voltijds secundair technisch en beroepsonderwijs of deeltijds onderwijs;
  • werkzoekenden jonger dan 26 jaar die een beroepsopleiding volgen georganiseerd of gesubsidieerd door de gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling en beroepsopleiding, alsmede de individuele beroepsopleiding in een onderneming of in een onderwijsinstelling, erkend door deze gewestelijke dienst en aanvaard door de directeur van het werkloosheidsbureau;
  • werkzoekenden die een instapstage doorlopen;
  • cursisten jonger dan 26 jaar uit het volwassenenonderwijs;
  • cursisten jonger dan 26 jaar die een door de bevoegde Gemeenschap erkende opleiding volgen, in het kader van de overeenkomsten die worden gesloten met respectievelijk:
    • ofwel de onderwijs- of vormingsinstellingen;
    • ofwel de gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling of beroepsopleiding.
  1. Voorwaarden waaraan een mentor moet voldoen

Werknemers komen in aanmerking als mentor, wanneer ze tegelijkertijd aan de volgende voorwaarden voldoen:

  • tijdens hun tewerkstelling instaan voor de begeleiding van personen uit de doelgroepen;
  • een beroepservaring van minstens 5 jaar in het beroep kunnen voorleggen dat geheel of gedeeltelijk aangeleerd wordt in het kader van de stage of opleiding;
  • in het bezit zijn van een ‘getuigschrift mentor’ uitgereikt door de bevoegde Gemeenschap, door een door de bevoegde Gemeenschap erkende instantie of door een door de Gemeenschap of door het bevoegd sectorfonds ingerichte of erkende opleidings- of onderwijsverstrekker.
  1. Voorwaarden waaraan de mentoropleiding moet voldoen

Als mentoropleiding wordt beschouwd, elke opleiding die tegelijkertijd aan de volgende voorwaarden voldoet:

  • de opleiding heeft als doel: werknemers vaardigheden bij te brengen op het vlak van begeleiding, coaching en opleiding van personen die op de werkvloer een opleiding krijgen;
  • de opleiding leert technieken aan om:
    • een opleidingsplan op te stellen;
    • instructies te geven;
    • afdoende te communiceren;
    • vorderingen op te volgen;
    • feedback te geven;
    • bij te sturen;
    • te evalueren.
  • de opleiding wordt verstrekt door, of op initiatief van en onder verantwoordelijkheid van instanties ingericht of erkend door de autoriteiten bevoegd inzake opleiding.
  1. Doelgroepvermindering RSZ

De RSZ-vermindering voor een mentor bedraagt € 800 per kwartaal (bij volledige prestaties). De werkgever kan deze RSZ-vermindering wel slechts genieten voor een beperkt aantal mentors dat afhangt van het aantal begeleide personen die behoren tot de doelgroepen.

De berekening van het aantal mentors waarvoor de vermindering in een bepaald kwartaal kan toegepast worden, zal apart moeten gebeuren voor werknemers met en zonder DmfA of Dimona-aangifte. In geval van een combinatie van personen uit beide categorieën worden de resultaten samengeteld.

Begeleiding van personen die via DmfA of Dimona aangegeven worden (bijv. IBO, erkende leerlingen)

De doelgroepvermindering wordt in een bepaald kwartaal beperkt tot een aantal mentors gelijk aan 1/5de van het aantal personen waarvan de opleiding of stage volgens de aangifte begint, loopt of eindigt in dat kwartaal. De afronding gebeurt naar de hogere eenheid.

Begeleiding van personen die niet via DmfA of Dimona aangegeven worden (bijv. cursisten uit het volwassenenonderwijs)

De doelgroepvermindering is beperkt tot het laagste resultaat van de volgende berekeningen:

  • 1/5de van het aantal jongeren of leerkrachten die een opleiding of stage kunnen volgen volgens de overeenkomst, en dat aantal afgerond naar de hogere eenheid;
  • het aantal uren vermeld in de overeenkomst gedeeld door 400, en afgerond naar de lagere eenheid (als de overeenkomst geen volledig jaar beslaat, moet er gedeeld worden door ‘het aantal kwartalen x 100’).

Voor doelgroeppersonen waarvoor de werkgever een aangifte doet, wordt de vermindering enkel toegekend vanaf het kwartaal waarin de aangegeven begindatum van de stage of opleiding valt tot en met het kwartaal waarin de aangegeven einddatum van de stage of opleiding valt. Als de werkgever een overeenkomst moet sluiten, mag de bijdragevermindering enkel toegepast worden in de kwartalen binnen de geldigheidsduur van de overeenkomst.

  1. Formaliteiten

De werkgever die in aanmerking wenst te komen voor deze doelgroepvermindering voor mentors, moet zich ertoe verbinden om stages te begeleiden of opleidingen te organiseren voor personen uit de specifieke doelgroepen en hiervoor één of meerdere mentors aan te stellen.

Voor doelgroeppersonen waarvoor een Dimona- en/of kwartaalaangifte vereist is, wordt de verbintenis vastgesteld aan de hand van de datum van in- en uitdiensttreding die bij deze aangiften vermeld worden.

Als er tijdens de stage of opleiding bij de werkgever echter geen Dimona- en/of kwartaalaangifte vereist is voor de doelgroeppersonen, kan de verbintenis met de inrichter van de opleiding enkel worden vastgesteld aan de hand van een formele overeenkomst. Deze overeenkomst wordt gesloten tussen de werkgever en de onderwijs- of opleidingsinstelling op wiens initiatief de stages of opleidingen georganiseerd worden ofwel tussen de werkgever en de bevoegde gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling en beroepsopleiding, ingeval van opleiding van jonge werkzoekenden.

De werkgever moet de volgende documenten aan de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg bezorgen:

  • een kopie van de overeenkomst (indien nodig);
  • een lijst van de mentors die hij tewerkstelt;
  • voor elke mentor het bewijs van minimale praktijkervaring;
  • voor elke mentor een kopie van het getuigschrift mentor.

Om het dossier in te dienen bij de FOD WASO is er een modelformulier beschikbaar, dat u kan bekomen bij de FOD WASO.

De FOD WASO maakt deze gegevens nadien dan over aan de RSZ.

Bronnen: www.werk.belgie.be, www.sociale-zekerheid.be.

Tags