Besox

Flexi’s en Extra’s – hoe zit dat nu, hoe moet u een dimona doen, mag u die nog aanpassen?

1 juni 2017

FLEXIJOBBERS

De wetgever heeft de regelgeving rond flexijobbers in de horeca aangepast en verduidelijkt. Deze nieuwigheden hebben een impact op de dagelijkse Dimona-aangifte en de fiscale definitie van het begrip flexiloon. Hetzelfde geldt voor de sanctie die een werkgever riskeert wanneer hij een werknemer ten onrechte als flexijobber aangeeft.

Aanpassingen bij Dimona-aangifte

Wanneer u een flexijobber aanwerft met een mondeling dagcontract, moet u dagelijks een Dimona-aangifte van het type ‘FLX’ doen. Daarbij is het verplicht om het begin- en einduur te vermelden.

De FLX-aangifte moet overeenkomen met de werkelijk geleverde prestaties. Wanneer een flexijob-werknemer vroeger stopt of langer werkt, moet u het einduur in Dimona dus aanpassen. Terwijl die regels al golden voor gelegenheidswerknemers in de horeca, paste de RSZ het systeem in de praktijk ook toe voor flexijobbers. Een nieuwe wet van 1 december 2016 maakt deze werkwijze nu ook officieel:

  • Flexijobber stopt vroeger dan voorzien: uiterlijk vóór middernacht volgend op het voorziene einduur moet u het werkelijke einduur aangeven in Dimona.
  • Flexijobber werkt langer dan voorzien: binnen een termijn van 8 uur na het oorspronkelijke einduur moet u het werkelijke einduur aangeven in Dimona. Als het oorspronkelijke einduur tussen 20 uur en 24 uur viel, hebt u daar tijd voor tot 8 uur ’s ochtends, de volgende dag.

Fiscale definitie flexiloon

De belastingvrijstelling van het flexiloon voor bezoldigingen vanaf 1 oktober 2016 in het kader van een flexijob-arbeidsovereenkomst zijn voortaan gekoppeld aan de sociale behandeling ervan.

Het Wetboek van Inkomstenbelastingen (WIB) stelt expliciet dat bezoldigingen die betaald of toegekend zijn binnen een flexijob-arbeidsovereenkomst, onderworpen zijn aan de bijzondere RSZ-bijdrage van 25%. Bijgevolg geldt de belastingvrijstelling enkel op voordelen die onderworpen zijn aan de RSZ-werkgeversbijdrage van 25%.

Deze aanpassing maakt een einde aan de discussie of bedrijfswagens voor flexijobbers al dan niet vrijgesteld zijn van belastingen. Volgens de vroegere bewoordingen van het WIB vielen bedrijfswagens ook onder de fiscaalrechtelijk noemer ‘bezoldiging’, waardoor het voordeel van de bedrijfswagen vrijgesteld was van belastingen. Maar dat was nooit de bedoeling van de wetgever. Daarom zijn bedrijfswagens voor flexijobbers voortaan niet meer vrijgesteld van belastingen.

Boete bij een verkeerde aangifte

Wanneer u in de multifunctionele aangifte-tool DmfA een werknemer als flexijobber aangeeft terwijl hij of zij eigenlijk niet aan de voorwaarden voldoet, zal de RSZ ambtshalve bijdragen berekenen op het flexiloon vermeerderd met 125%. Het flexivakantiegeld wordt daarbij niet meegeteld.

Die berekeningsbasis ligt hoger dan het hoogste barema in de horeca en zet werkgevers er in de eerste plaats toe aan om hun fouten zélf recht te zetten in de DmfA. Wanneer een werknemer niet aan de voorwaarden voor een flexijob voldoet, moet de werkgever hem of haar als gewone werknemer tewerkstellen. In dat geval geldt het sectorale barema.

Enkel indien er zowel in Dimona als in de DmfA een foutmelding is én u als werkgever geen verbetering doorvoert, riskeert u een boete. De RSZ zal in die gevallen ambtshalve optreden. De sociale inspectie hoeft hierdoor geen controle meer moet uit te voeren bij werkgevers die alleen fouten maken in de DmfA.

GELGENHEIDSWERKNEMER – EXTRA’S

Toepassingsgebied

  • de werknemers die met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde duur of voor een bepaald werk in dienst worden genomen, voor een maximumduur van twee achtereenvolgende dagen bij eenzelfde werkgeveren ressorterend onder het Paritair Comité voor de Horeca (PC 302);

OPGELET

De gelegenheidswerknemers die meer dan twee opeenvolgende dagen tewerkgesteld wordt bij dezelfde werkgever worden gewone werknemers en moeten voor het geheel van de tewerkstelling als ‘OTH’ worden aangegeven.

Voorbeeld: een werknemer is initieel in de horeca tewerkgesteld met een overeenkomst van 2 dagen (3 en 4 mei) en aangegeven met type werknemer ‘EXT’ (gelegenheidswerknemer). Als de werkgever hem de daarop volgende dag nog tewerkstelt, moet de werkgever de oorspronkelijke Dimonas ‘EXT’ annuleren en een nieuwe Dimona-aangifte doen met als type werknemer ‘OTH’, met als begindatum de eerste dag van tewerkstelling (3 mei) en als einddatum de laatste dag van de tewerkstellingsperiode (5 mei).

Aangifte

De werknemers moeten aangegeven worden per dag met vermelding van:

  • ofwel begin- en einduur van de prestaties – met een minimumduur van 2 uren (= Dimona-uren);
  • ofwel beginuur van de prestaties (= Dimona-dag)

Als de werknemer met een Dimona-dag wordt aangegeven, moeten de bijdragen berekend worden op een prestatie van 6 uur (zelfs indien de werknemer meer of minder dan 6 uur heeft gewerkt). De keuze tussen Dimona-uren en Dimona-dag heeft dus een impact op het berekenen van de bijdragen. De sociale rechten daarentegen worden berekend op basis van het aantal effectief gepresteerde uren die worden aangegeven op DmfA.

OPGELET

De wijze van aangifte kan van dag tot dag variëren.

Als u een werknemer aangeeft via een Dimona-uren of -dagen en als u zich vóór het begin van de prestaties realiseert dat u het andere systeem had moeten kiezen, kan de situatie nog rechtgezet worden door onmiddellijk de aangifte te annuleren en een nieuwe aangifte te doen met het andere systeem vóór de aanvang van de prestaties.

Als u zich uw vergissing pas realiseert na het begin van de prestaties, kan de Dimona niet meer gewijzigd worden

Tags