Besox

Wijzigingen in verband met bepalingen beleidsdomein Werk en Sociale Economie

21 mei 2019

In het Belgisch Staatsblad van 25 april 2019 is een verzameldecreet verschenen met betrekking tot diverse bepalingen inzake het beleidsdomein Werk en Sociale Economie.

Hieronder kan u een overzicht vinden van een aantal belangrijke wijzigingen.

  1. Opleidingscheques voor werknemers

De Vlaamse Regering wordt gemachtigd om het opleidingschequestelsel dat voorziet in de toekenning van een financiële tegemoetkoming (cheque) voor werknemers die een opleiding volgen die gericht is op hun levenslange en duurzame inschakeling op de arbeidsmarkt, van de VDAB naar het Departement Werk en Sociale Economie (DWSE) over te hevelen.

De opleidingscheque is een instrument waarmee een werknemer een tegemoetkoming krijgt in de kost van een opleiding die hij volgt om zijn positie op de arbeidsmarkt te verstevigen. De Vlaamse Regering wordt gemachtigd om de nadere voorwaarden en modaliteiten van het opleidingschequestelsel te bepalen.

De afdeling Vlaamse Sociale Inspectie van DWSE wordt bevoegd voor de controle en het toezicht op de opleidingscheques voor werknemers.

Daarnaast wordt de Vlaamse Regering gemachtigd om de in het kader van de 6de staatshervorming geregionaliseerde bevoegdheid ‘terugbetaling van outplacementkosten aan bedrijven in herstructurering’ uit te werken en legt de uitvoering ervan bij de VDAB.

Deze bepalingen treden in werking op 1 september 2019.

  1. Wijzigingen m.b.t. toezicht en controle naleving reglementering

De interne reorganisatie van het DWSE heeft geleid tot een bestuurlijke verandering van de inspectiediensten. De afdeling Toezicht en Handhaving werd omgevormd tot de afdeling Vlaamse Sociale Inspectie. De Vlaamse Sociale Inspectie is belast met het toezicht en de controle op naleving van de reglementering van het beleidsdomein Werk en Sociale Economie.

De opdracht van de Vlaamse Sociale Inspectie bestaat er in ervoor te zorgen dat de reglementering wordt nageleefd en dat eventuele inbreuken worden rechtgezet of zo nodig worden voorkomen. Hiervoor kunnen de sociaalrechtelijke inspecteurs zich beroepen op heel wat bevoegdheden. De bevoegdheid van de sociaalrechtelijke inspecteurs wordt door het decreet uitgebreid, zodat deze aan de personen (natuurlijke personen, privaat- en publiekrechtelijke rechtspersonen of feitelijke verenigingen) die ten onrechte een subsidie hebben verkregen, een ‘minnelijk voorstel’ tot terugbetaling van deze subsidie kunnen formuleren. Bovendien kan de sociaalrechtelijke inspecteur naast de mogelijkheid om roerende goederen nu ook onroerende goederen in beslag nemen of verzegelen. Indien immers het gevaar bestaat dat de inbreuken worden voortgezet of nieuwe inbreuken worden gepleegd, zolang de onroerende goederen niet zijn verzegeld, dient de sociaalrechtelijke inspecteur over deze mogelijkheid te beschikken.

De sociaalrechtelijke inspecteur kan ook naast het eventueel weerhouden van een inbreuk op het Taaldecreet en wanneer dit nodig is voor het onderzoek, een vertaling in het Nederlands eisen wanneer sociale gegevens of om het even welke andere gegevens die ingevolge de regelgeving moeten worden opgemaakt, bijgehouden, of bewaard in een andere taal dan het Nederlands zijn opgesteld.

Op vraag van het openbaar ministerie wordt de termijn tot instelling van strafvervolging uitgebreid van 4 maanden naar 6 maanden. Bovendien werden er nog een aantal wijzigingen aangebracht aan de procedure.

Voorgaande bepalingen treden in werking op 1 april 2019.

  1. Invoering registratieverplichting voor sportmakelaars en inbreuken

Voor het verrichten van diensten van private arbeidsbemiddeling voor sportbeoefenaars of voor rekening van werkgevers met het oog op het afsluiten van een arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars wordt de sportmakelaar aan een voorafgaande registratieverplichting onderworpen.

De sportmakelaar moet aan de volgende bijkomende voorwaarden voldoen:

  • de sportmakelaar is geen achterstallige belastingen, boeten of intresten verschuldigd, noch sociale zekerheidsbijdragen, met sociale zekerheid gelijkgestelde bijdragen, boeten of intresten verschuldigd aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, noch bijdragen, boeten of intresten verschuldigd aan het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen;
  • de sportmakelaar werkt niet samen met niet-geregistreerde sportmakelaars (op straffe van nietigheid van de overeenkomst voor private arbeidsbemiddeling van betaalde sportbeoefenaars);
  • de sportmakelaar maakt bij de externe communicatie, ongeacht onder welke vorm, melding van zijn registratienummer;
  • de sportmakelaar onthoudt zich van elke vorm van publiciteit die potentiële betaalde sportbeoefenaars kan misleiden;
  • de sportmakelaar verbindt zich ertoe een borgsom van € 25.000 bij een kredietinstelling of verzekeraar te storten. De Vlaamse Regering bepaalt de voorwaarden en de nadere regels met betrekking tot de storting, de bestemming, de duur van de borgsom, alsook wat er met de borgsom gebeurt in geval van faillissement.

Voor het verrichten van diensten van private arbeidsbemiddeling voor minderjarige sportbeoefenaars, dient de sportmakelaar aan volgende bijkomende voorwaarden te voldoen:

  • de sportmakelaar benadert geen sportbeoefenaars jonger dan 15 jaar (direct of indirect) met het oog op het afsluiten van een overeenkomst voor het verrichten van diensten van private arbeidsbemiddeling voor sportbeoefenaars;
  • de sportmakelaar vraagt onder geen beding een vergoeding voor het verrichten van diensten van private arbeidsbemiddeling voor een minderjarige sportbeoefenaar.

De sportmakelaar dient zich te registreren bij de administratie. Deze registratie geldt voor onbepaalde duur. De Vlaamse Regering zal de nadere regels inzake de procedure voor de registratie als sportmakelaar bepalen.

De registratie kan onder bepaalde voorwaarden door de Vlaamse Regering worden geschorst of ingetrokken. Dit kan enkel indien voorafgaandelijk het advies van de adviescommissie wordt ingewonnen. Bovendien moet de sportmakelaar door de adviescommissie en de Vlaamse Regering worden gehoord of daartoe minstens behoorlijk worden opgeroepen. De Vlaamse Regering bepaalt de hoor- en oproepprocedure.

De beslissing tot schorsing of intrekking van de registratie wordt ter kennis gebracht aan de sportmakelaar. Vanaf de dag waarop de intrekking van de registratie van kracht wordt, mag de sportmakelaar geen nieuwe overeenkomst meer afsluiten (uitzondering mogelijk in het belang van de sportbeoefenaar).

Om fraude bij sportmakelaars tegen te gaan, maar ook om betaalde sportbeoefenaars beter te kunnen beschermen, worden bijkomende inbreuken en sancties ingevoerd.

Voorgaande bepalingen treden in werking op een door de Vlaamse Regering vast te stellen datum.

Bron: Decreet van 29 maart 2019 betreffende de opleidingscheques voor werknemers, de invoering van een registratieverplichting voor sportmakelaars en tot wijziging van diverse andere bepalingen inzake het beleidsdomein Werk en Sociale Economie (1), B.S. 25 april 2019.