Besox

Werknemers krijgen de mogelijkheid om hun ontslagvergoeding gedeeltelijk in te ruilen voor een opleidingsbudget

13 mei 2019

De regering wil de inzetbaarheid van werknemers op de arbeidsmarkt verhogen door de invoering van een nieuw opleidingsbudget. In het kader van de jobsdeal werden hiertoe een aantal basisregels vastgelegd.

In de toekomst zal een werknemer die ontslagen wordt met betaling van een verbrekingsvergoeding, kunnen vragen om maximaal 1/3de van deze verbrekingsvergoeding te besteden aan opleiding. De werknemer zal dit gedeelte van de ontslagvergoeding in dat geval in de vorm van een opleidingsbudget krijgen, waarbij dit opleidingsbudget dan een gunstige sociale en fiscale behandeling zal genieten.

De inwerkingtreding van deze nieuwe maatregel is momenteel pas voorzien voor contractverbrekingen vanaf 1 januari 2022, al werd wel afgesproken dat de startdatum vervroegd kan worden na overleg in de Ministerraad.

De werknemer die gebruik wenst te maken van dit opleidingsbudget, dient zijn werkgever vóór de betaling van de verbrekingsvergoeding schriftelijk te informeren. Zo moet de werknemer tijdig aan zijn werkgever laten weten  dat hij gebruik wil maken van dit opleidingsbudget en welk bedrag hij aan opleiding wil besteden.

De werknemer zal het opleidingsbudget moeten benutten ten laatste tegen het einde van de 60ste maand die volgt op de beëindiging van de arbeidsovereenkomst.

De praktische modaliteiten in verband met de besteding van dit opleidingsbudget (onder meer een lijst met toegelaten uitgaven en een lijst met opleidingen die in aanmerking komen) zullen wel nog verder uitgewerkt moeten worden in een koninklijk besluit.

Op sociaal vlak is voorzien dat het opleidingsbudget niet onderworpen is aan de gewone sociale zekerheidsbijdragen. De werknemer is geen RSZ-bijdrage van 13,07% verschuldigd. De werkgever zal wel een bijzondere solidariteitsbijdrage van 25% moeten betalen op het bedrag van het opleidingsbudget.

Fiscaal gezien is het opleidingsbudget in principe vrijgesteld van inkomstenbelastingen. Deze vrijstelling wordt echter pas definitief wanneer het opleidingsbudget correct en tijdig aan opleiding werd besteed.

Het gedeelte van het opleidingsbudget dat niet correct is besteed, zal daarom alsnog onderworpen worden aan de personenbelasting. Ook de onterechte vrijstelling van 13,07% zal in dat geval gecompenseerd worden door een belastingvermeerdering.

Bron: Wet van 7 april 2019 betreffende de sociale bepalingen van de jobsdeal, B.S. 19 april 2019.

Tags