Besox

Enkele aanpassingen aan de vrijwilligerswetgeving

23 april 2019

Een nieuwe wet die gepubliceerd werd in het Belgisch Staatsblad van 11 april 2019 voorziet een aantal aanpassingen en verduidelijkingen aan de vrijwilligerswetgeving die ingevoerd werd in 2005. De wijzigingen zullen in werking treden vanaf 21 april 2019.

Bestuursvrijwilligers

De wet verduidelijkt dat ook mensen die opdrachten uitoefenen als bestuursvrijwilliger in het kader van een onbezoldigd mandaat onder de vrijwilligerswetgeving vallen. Een bestuursvrijwilliger is iemand met een bestuurstaak die zich vrijwillig inzet voor de goede gang van zaken in een organisatie. Wanneer zij enkel een kostenvergoeding ontvangen, moeten zij door de openbare overheidsdiensten ook beschouwd worden als vrijwilligers.

Kostenvergoeding

Vrijwilligers kunnen enkel een kostenvergoeding voor hun vrijwilligerswerk ontvangen. Het kan daarbij gaan om een vergoeding op basis van de bewezen reële kosten of om een forfaitaire kostenvergoeding.

Bij het toekennen van een forfaitaire kostenvergoeding aan vrijwilligers moet er wel rekening gehouden worden met de vastgelegde dagelijkse en jaarlijkse maximumgrenzen.

Voor 2019 bedraagt de gewone forfaitaire kostenvergoeding voor vrijwilligers maximaal € 34,71 per dag en € 1.388,40 per jaar.

Sinds dit jaar kunnen bepaalde vrijwilligers een verhoogde forfaitaire kostenvergoeding ontvangen van maximaal € 2.549,90 per jaar, de daggrens blijft behouden op € 34,71. Deze verhoogde grens is van toepassing op:

  • vrijwilligers in de sportsector: sporttrainer, sportlesgever, sportcoach, jeugdsportcoördinator, sportscheidsrechter, jurylid, steward, terreinverzorger-materiaalmeester, seingever bij sportwedstrijden;
  • de vrijwillige nachtoppas, te weten het inslapen, evenals de dagoppas bij hulpbehoevende personen;
  • vrijwilligers in het niet-dringend liggend ziekenvervoer.

Deze verhoogde kostenvergoeding geldt niet voor vrijwilligers die tijdens de periode waarin ze prestaties inzake vrijwilligerswerk uitvoeren, een sociale zekerheidsuitkering of een sociale bijstandsuitkering ontvangen.

Vervoerskosten

Naast deze forfaitaire kostenvergoedingen mogen de vrijwilligers ook nog een vergoeding voor reële vervoerskosten ontvangen voor het gebruik van hun eigen voertuig of hun fiets. Er geldt hiervoor wel een beperking van maximaal 2.000 kilometer per jaar.

De nieuwe wet stemt de maximale kilometervergoeding nu af op het bedrag dat geldt voor de federale ambtenaren. Concreet komt dit neer op een vergoeding van € 0,3573 per kilometer voor het gebruik van eigen vervoer en € 0,24 per kilometer voor het gebruik van de fiets. Er wordt tevens toegevoegd dat de maximumgrens van 2.000 kilometer per jaar niet van toepassing is voor vrijwilligers die het regelmatig vervoeren van personen als activiteit hebben.

Occasionele geschenken

De nieuwe wet voorziet ook uitdrukkelijk dat vrijwilligers occasionele geschenken mogen ontvangen naar aanleiding van een bepaalde gebeurtenis, bijvoorbeeld Sinterklaas of Kerstmis. Deze geschenken worden niet meer in aanmerking genomen bij de berekening van de maximale kostenvergoedingen op voorwaarde dat de regels die van toepassing zijn voor werknemers nageleefd worden.

Beroepsgeheim

Elke organisatie moet de vrijwilligers duidelijk informeren over het bestaan van een discretieplicht of beroepsgeheim. De organisatie moet in dat geval aan de vrijwilligers ook meedelen wat er allemaal onder het beroepsgeheim valt en wijzen op de wettelijke rechtvaardigingsgronden met betrekking tot het beroepsgeheim.

Geen beslag

Er kan geen beslag gelegd worden op de kostenvergoedingen die vrijwilligers ontvangen voor hun vrijwilligerswerk. De wet voorziet wel dat de vrijwilligers zelf afstand kunnen doen van de onvatbaarheid voor beslag of de onoverdraagbaarheid van de kostenvergoedingen die zij ontvangen.

Bron: Wet van 1 maart 2019 tot wijziging van de wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers en van andere wettelijke bepalingen inzake vrijwilligerswerk (1), B.S. 11 april 2019.