Besox

Wettelijk kader voor occasioneel telewerk

27 juni 2017

Telewerk dat op regelmatige en niet-occasionele wijze georganiseerd is, wordt reeds langer geregeld door cao nr. 85 van de NAR en door de Arbeidsovereenkomstenwet.

De Wet werkbaar en wendbaar werk voert sinds 1 februari 2017 ook een wettelijk kader in voor het occasioneel telewerk.

Occasioneel telewerk kan gedefinieerd worden als een vorm van organisatie en/of uitvoering van het werk in het kader van een arbeidsovereenkomst waarbij, met gebruikmaking van informatietechnologie, werkzaamheden die ook op de bedrijfslocatie van de werkgever zouden kunnen worden uitgevoerd, incidenteel en niet op regelmatige basis buiten die bedrijfslocatie worden uitgevoerd.

Een werknemer kan occasioneel telewerk aanvragen bij overmacht of omwille van persoonlijke redenen op voorwaarde dat hij een functie en/of activiteit uitoefent die verenigbaar is met occasioneel telewerk.

Het initiatief om occasioneel telewerk aan te vragen ligt bij de werknemer. Hij moet vooraf en binnen een redelijke termijn het telewerk aanvragen. Hierbij moet hij ook de reden vermelden waarom hij hier gebruik van wenst te maken.

Wanneer de werkgever de aanvraag wil weigeren, moet hij dit zo snel mogelijk en schriftelijk doen. Hij moet hier ook de reden bij vermelden.

Wanneer de werkgever akkoord gaat met de aanvraag, dient er tevens een akkoord gesloten te worden over de volgende aspecten van het telewerk:

  • de eventuele terbeschikkingstelling door de werkgever van de nodige apparatuur en technische ondersteuning;
  • de eventuele bereikbaarheid van de werknemer tijdens het occasioneel telewerk;
  • de eventuele vergoeding door de werkgever van de kosten verbonden aan het occasioneel telewerk.

Het kan bovendien nuttig zijn, hoewel het niet verplicht is, om in een cao of het arbeidsreglement een kader op te nemen waarbinnen het occasioneel telewerk binnen de onderneming kan worden aangevraagd. Indien er zo’n kader wordt uitgewerkt, moet dit wel minstens de volgende elementen bevatten:

  • de functies en/of activiteiten binnen de onderneming die verenigbaar zijn met occasioneel telewerk;
  • de procedure om het occasioneel telewerk aan te vragen en toe te staan of te weigeren;
  • de eventuele terbeschikkingstelling door de werkgever van de nodige apparatuur en technische ondersteuning;
  • de eventuele bereikbaarheid van de werknemer tijdens het occasioneel telewerk;
  • de eventuele vergoeding door de werkgever van de kosten verbonden aan het occasioneel telewerk.

Een occasioneel telewerker geniet dezelfde rechten inzake arbeidsvoorwaarden en is onderworpen aan een gelijkwaardige werkbelasting en aan gelijkwaardige prestatienormen als vergelijkbare werknemers die op de bedrijfslocatie van de werkgever werken.

 

Bron: Wet van 5 maart 2017 betreffende werkbaar en wendbaar werk, B.S. 15 maart 2017.