Besox

Wet houdende diverse bepalingen inzake werk

10 april 2018

Op 5 februari 2018 werd de wet van 15 januari 2018 houdende diverse bepalingen inzake werk in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd.

De voorbije weken gaven we u reeds een korte toelichting bij enkele belangrijke maatregelen, zoals de vrijwillige overuren in de horeca, de mogelijkheid om een vervangingsovereenkomst af te sluiten bij progressieve werkhervatting,… .  In dit artikel bespreken we voor u de laatste maatregelen uit deze wet houdende diverse bepalingen inzake werk.

De meeste wijzigingen traden in werking op 15 februari 2018, al zijn er enkele uitzonderingen. De afwijkende ingangsdata worden bij de betreffende maatregelen vermeld.

Toepassing interne grens bij nieuwe arbeidsregelingen

Het systeem van de nieuwe arbeidsregelingen is erop gericht om ondernemingen toe te laten om, onder bepaalde voorwaarden, de productietijd van de onderneming uit te breiden of aan te passen en dit in het kader van de verbetering van de werkgelegenheid.

In het kader van deze maatregel hebben de werkgevers de mogelijkheid om volgens een specifieke procedure af te wijken van bijvoorbeeld de beperking van de arbeidsduur.

De normale grenzen van de arbeidsduur (8 uren per dag en 40 uren per week of een lagere grens vastgelegd bij cao) kunnen worden overschreden. De dagelijkse arbeidsduur mag 12 uren niet overschrijden en de wekelijkse arbeidsduur moet gemiddeld worden gerespecteerd over de periode van een trimester of een langere periode (maximum 1 jaar) vastgesteld in het akkoord dat de nieuwe arbeidsregeling invoert.

De wet houdende diverse bepalingen inzake werk verduidelijkt nu dat ook de interne grens moet worden nageleefd in het kader van een nieuwe arbeidsregeling. Deze grens bedraagt sinds 1 februari 2017 143 uren. Wanneer deze grens bereikt is, is geen enkele overschrijding meer toegelaten zonder dat eerst inhaalrust wordt toegekend.

Loon- en arbeidsvoorwaarden bij overgang van paritair comité

De wet houdende diverse bepalingen inzake werk past de cao-wet van 5 december 1968 aan op een aantal vlakken.

Wanneer werkgevers en werknemers als gevolg van een wijziging van het toepassingsgebied van het paritair comité waaronder zij ressorteren, overgaan van het ene naar het andere paritair comité, blijven de loon- en arbeidsvoorwaarden van het oude paritair comité van toepassing tot het nieuwe paritair comité de kwestie regelt.

De wet houdende diverse bepalingen inzake werk verduidelijkt dat zowel de werknemers die in dienst waren vóór de overgang van het paritair comité als deze die erna worden aangeworven, onder deze regel vallen. Op die manier wil men vermijden dat er binnen dezelfde onderneming tijdelijk verschillende loon- en arbeidsvoorwaarden moeten toegepast worden.

Tewerkstelling buitenlandse werknemers

In het kader van de zesde staatshervorming zijn de meeste bevoegdheden inzake arbeidsmarkt overgeheveld naar de gewesten. Toch blijft de federale overheid nog mee bevoegd voor de wetgeving omtrent de tewerkstelling van buitenlandse werknemers.

De wet houdende diverse bepalingen inzake werk zorgt voor duidelijkheid en rechtszekerheid omtrent de bevoegdheid van de federale inspectiediensten: de inspecteurs zijn niet alleen bevoegd voor de vaststelling van de inbreuken op de federale regelgeving rond tewerkstelling van buitenlandse werknemers, maar ook voor de vaststelling van inbreuken op de gewestelijke wetgeving.

Deze maatregel treedt met terugwerkende kracht in werking op 1 juli 2014.

Gezondheidstoezicht op uitzendkrachten: centrale gegevensbank

Momenteel worden uitzendkrachten meermaals onderworpen aan voorafgaande gezondheidsbeoordelingen zonder dat dit een toegevoegde waarde heeft. Dit is bijvoorbeeld het geval indien de uitzendkracht twee opdrachten bij verschillende gebruikers uitvoert, maar in dezelfde functie zonder nieuw risico.

Om de centrale opvolging van het gezondheidstoezicht van uitzendkrachten mogelijk te maken en nutteloze herhalingen van gezondheidsbeoordelingen te vermijden, komt er een centrale gegevensbank voor het gezondheidstoezicht van uitzendkrachten, die zal worden opgericht overeenkomstig de Privacywet.

Ook de uitwisseling van gegevens tussen onder andere verschillende uitzendkantoren zal gemakkelijker verlopen. De veelheid aan functies van de uitzendkrachten en de verschillende risico’s verbonden aan deze functies zijn dus geen obstakel meer voor het gezondheidstoezicht.

Deze gegevensbank bevat de volgende gegevens:

  • De identificatiegegevens van de uitzendkracht, het uitzendbureau en de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer;
  • de aard van de werkpost en van de eraan verbonden risico’s;
  • de beslissing van medische geschiktheid van de uitzendkracht in het kader van de blootstelling aan een of meerdere risico’s.

De gegevens worden bewaard gedurende een termijn van 5 jaar.

De gegevens over de gezondheid die in de gegevensbank voorkomen mogen enkel worden verwerkt onder de verantwoordelijkheid van een beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg.

Een K.B. zal één en ander wel nog verder moeten verduidelijken.

Controlegeneeskunde

Een klacht tegen het optreden van een controlearts dient – afhankelijk van de inhoud van de klacht – ingediend te worden bij de Vaste Operationele Commissie dan wel bij de Orde van Geneesheren.

In de praktijk worden de klachten bijna steeds ingediend bij de Orde van Geneesheren. De wet diverse bepalingen inzake werk bestendigt nu deze praktijk: voortaan zijn enkel de provinciale raden van de Orde van Geneesheren bevoegd om klachten te behandelen.

Ook zal de Orde van Geneesheren in de toekomst bepalen wie mag optreden als art-scheidsrechter en heeft deze Orde de bevoegdheid om een arts-scheidsrechter, wanneer hij niet meer voldoet aan de nodige verplichtingen, te schorsen of te schrappen van de lijst van de artsen-scheidsrechters.

Een K.B. zal de inwerkingtreding van deze maatregel bepalen.

Bron: Wet dd. 15 januari 2018 houdende diverse bepalingen inzake werk, B.S. 5 februari 2018.