Besox

Wet houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken

14 oktober 2015

In het Belgisch Staatsblad van 21 augustus 2015 is de wet houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken gepubliceerd. Hieronder kan u een overzicht vinden van enkele relevante bepalingen.

Aanpassing enkel vertrekvakantiegeld voor bepaalde werknemers

In principe worden op het enkel vertrekvakantiegeld werkgevers- en werknemersbijdragen berekend. Het is immers een deel van het loon. Voor sommige werknemers wordt het enkel vertrekvakantiegeld echter niet beschouwd als loon, bijvoorbeeld voor de uitzendkrachten en de tijdelijke werknemers onderworpen aan de wet van 24 juli 1987.

Deze uitzondering wordt nu uitgebreid met de volgende categorieën:

  • de bedienden tewerkgesteld als gesubsidieerde contractuelen bij sommige openbare besturen;
  • de bedienden tewerkgesteld ter vervanging van de ambtenaren die een loopbaanonderbreking genieten;
  • de bedienden aangeworven met betrekking tot de herverdeling van de arbeid in de openbare sector;
  • de bedienden tewerkgesteld ter vervanging van de oudere personeelsleden van de openbare sector die hun arbeidsduur verminderen;
  • de gesubsidieerde contractuelen tewerkgesteld bij de plaatselijke besturen;
  • de werknemers tewerkgesteld met toepassing van artikel 60 §7 van de OCMW-wet.

Deze uitbreiding geldt met terugwerkende kracht vanaf het eerste kwartaal van 2014.

Geen solidariteitsbijdrage voor utilitaire voertuigen

Wanneer u een voertuig ter beschikking stelt aan uw werknemers en zij dit ook mogen gebruiken voor privéverplaatsingen, dan moet u hiervoor een CO2-bijdrage betalen. Lange tijd was het zo dat het woon-werkverkeer steeds als een privéverplaatsing beschouwd werd waardoor voor de meeste wagens deze bijdrage verschuldigd was. De RSZ heeft begin 2014 echter haar standpunt hierover aangepast, maar enkel voor de utilitaire voertuigen.

De RSZ beschouwt als utilitair voertuig een voertuig met een laadruimte achterin zonder ruiten waarin dus (wettelijk) geen passagiers mogen vervoerd worden. Het woon-werkverkeer met een utilitair voertuig wordt niet langer beschouwd als een privéverplaatsing.

Dit brengt met zich mee dat u niet langer een CO2-bijdrage verschuldigd bent voor de werknemers die een utilitair voertuig ter beschikking hebben en dit enkel gebruiken voor de woon-werkverplaatsingen en de beroepsmatige verplaatsingen. De RSZ stelt dat, ondanks dat er geen CO2-bijdrage verschuldigd is, deze wagens toch nog moeten aangegeven worden in de DmfA.

Door middel van een aanpassing van de RSZ-wet wordt het standpunt van de RSZ nu omgezet in wetgeving.

Herstelling van het sociaal statuut van kunstenaars

De wet verduidelijkt enkele bepalingen met betrekking tot het statuut van kunstenaars:

  • binnen de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid wordt een Commissie Kunstenaars opgericht. Deze Commissie is samengesteld uit ambtenaren van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, van het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen, van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, evenals uit vertegenwoordigers aangeduid door de syndicale organisaties op interprofessioneel niveau, werkgeversorganisaties en de artistieke sector;
  • onder het leveren van artistieke prestaties en/of het produceren van artistieke werken dient te worden verstaan: “de creatie en/of uitvoering of interpretatie van artistieke oeuvres in de audiovisuele en de beeldende kunsten, in de muziek, de literatuur, het spektakel, het theater en de choreografie”;
  • de Commissie Kunstenaars beoordeelt op basis van de definitie van het leveren van artistieke prestaties en/of het produceren van artistieke werken en op basis van een methodologie vastgelegd in het huishoudelijk reglement of de betrokkene effectief prestaties levert of werken produceert die artistiek van aard zijn en dus aanleiding geven tot een visum;
  • de erkenning van de artistieke aard van de activiteit waarvoor de verklaring van zelfstandige activiteiten wordt toegekend, geeft geen aanleiding tot de aflevering van een visum kunstenaars.

De wijzigingen treden in werking op 1 juli 2015, behalve de bepaling met betrekking tot de uitbreiding van de Commissie Kunstenaars, dat in werking treedt op 7 augustus 2014.

Rechtsgrond voor elektronische ecocheques

Net zoals er voor maaltijdcheques een elektronische variant bestaat, zal dit binnenkort ook het geval zijn voor ecocheques. De rechtsgrond voor de elektronische maaltijdcheques wordt immers uitgebreid naar de elektronische ecocheques.

Het blijft wel nog wachten op enkele uitvoeringsbesluiten alvorens er effectief gebruik kan gemaakt worden van elektronische ecocheques.

Wijninckxbijdrage: uitstel tweede fase

Sinds enkele jaren is er een bijzondere bijdrage (de Wijninckxbijdrage) van 1,5% verschuldigd op de premies voor aanvullende pensioenen die een bepaald bedrag overschrijden, namelijk 30.000 euro.

De invoering van de Wijninckxbijdrage werd voorzien in twee fases. De eerste fase bestond uit een overgangsregeling en werd voorzien vanaf 1 januari 2012. De tweede fase bestaat uit de definitieve regeling en zou in werking treden vanaf 1 januari 2016. Vanaf dan zou de Wijninckxbijdrage verschuldigd zijn zodra de zgn. ‘pensioendoelstelling’ overschreden wordt. De pensioendoelstelling is het bedrag van het maximale ambtenarenpensioen vermenigvuldigd met een loopbaanbreuk. De loopbaanbreuk is het aantal gewerkte jaren gedeeld door 45.

Aangezien de informaticasystemen van de pensioeninstellingen nog niet zijn aangepast, zal de definitieve regeling pas in werking treden op 1 januari 2017.

Aangifte sociale risico’s

Op dit moment heeft u de keuze om de aangifte van de sociale risico’s (ASR) zowel in papieren vorm als elektronisch in te dienen. Vanaf 1 januari 2016 kan het beheerscomité na overleg met de bevoegde instelling van de sociale zekerheid het tijdstip bepalen vanaf wanneer de werkgever, zijn aangestelde of lasthebber de gegevens verplicht elektronisch dient mee te delen.

Bron: wet van 20 juli 2015 houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken, B.S. 21 augustus 2015.

Tags