Besox

Werkgevers die voorrangsregels deeltijdse werknemers niet naleven riskeren een sanctie

28 mei 2019

De eindejaarsprogrammawet van 2017 voorzag reeds dat werkgevers, die de voorrangsregels voor deeltijdse werknemers niet respecteren, een boete moeten betalen. De inning van deze bijdrage kon tot op heden niet gebeuren omdat er nog een uitvoeringsbesluit moest volgen. Dit besluit werd in het Belgisch Staatsblad van 15 mei 2019 gepubliceerd en heeft uitwerking met ingang van 1 april 2020. De responsabiliseringsbijdrage is voor het eerst verschuldigd in het tweede kwartaal van 2020.

Mededeling vacante betrekkingen

Een deeltijdse werknemer kan bij zijn werkgever schriftelijk een aanvraag indienen tot het bekomen van een voltijdse dienstbetrekking of van een andere, al dan niet bijkomende, deeltijdse dienstbetrekking waardoor hij een nieuwe deeltijdse arbeidsregeling verkrijgt, waarvan de wekelijkse arbeidsduur hoger is dan die van de deeltijdse arbeidsregeling waarin hij reeds werkt.

Als de werkgever een dergelijke aanvraag ontvangt, dan moet de werkgever hem schriftelijk elke vacante voltijdse of deeltijdse betrekking meedelen die dezelfde functie betreft als die welke de werknemer reeds uitoefent en waarvoor hij de vereiste kwalificaties bezit.

Een uitvoeringsbesluit van 2 mei 2019 bepaalt het volgende over de mededeling die de werkgever moet doen:

  • De werkgever moet de mededeling enkel doen wanneer de vacante dienstbetrekking tot gevolg heeft dat de overeengekomen arbeidsregeling wordt verhoogd gedurende een ononderbroken periode van tenminste één maand of voor onbepaalde tijd, hetzij door een aanpassing van de bestaande arbeidsovereenkomst, hetzij door de vervanging van de bestaande arbeidsovereenkomst door een nieuwe arbeidsovereenkomst;
  • De mededeling dient te gebeuren binnen een termijn van een maand die ingaat de dag volgend op de dag waarop de dienstbetrekking vacant wordt, en berekend van datum tot datum;
  • De mededeling gebeurt hetzij per aangetekende brief, hetzij door de overhandiging van een geschrift waarvan het duplicaat door de deeltijdse werknemer voor ontvangst wordt ondertekend, hetzij digitaal mits ontvangstbevestiging door de deeltijdse werknemer;
  • De termijn waarbinnen de werknemer moet reageren, moet vermeld worden in de brief. Deze termijn mag niet minder dan een week of langer dan een maand bedragen;
  • Minstens de volgende gegevens over de vacante dienstbetrekking moeten opgenomen worden in de mededeling: een beknopte omschrijving van de functie, de duur van de overeenkomst, het arbeidsvolume en werkrooster en de plaats van tewerkstelling;
  • Een afschrift van de mededeling moet in papieren of elektronische vorm bewaard worden gedurende een periode van 7 jaar.

Responsabiliseringsbijdrage

De responsabiliseringsbijdrage bedraagt 25 euro per maand en per werknemer en is enkel verschuldigd voor een volledig kwartaal.

De bijdrage is wel enkel verschuldigd voor de maanden waarin de werknemer een inkomensgarantie-uitkering ontvangt.

De bijdrage is verschuldigd vanaf het kwartaal volgend op de 4 kwartalen waarin ten minste één bijkomend uur beschikbaar was en aan geen enkele deeltijdse werknemer bij voorrang het beschikbare bijkomende uur of de beschikbare bijkomende uren werden toegekend zodat zijn contractuele gemiddelde wekelijkse arbeidsduur niet is toegenomen.

De responsabiliseringsbijdrage is niet meer verschuldigd vanaf:

  • hetzij het kwartaal waarin alle beschikbare bijkomende uren werden toegekend aan ten minste één van de deeltijdse werknemers, zodat zijn wekelijkse gemiddelde arbeidsduur is toegenomen;
  • hetzij het kwartaal waarin de werkgever de bijdrage verschuldigd was voor het vierde opeenvolgende kwartaal en er geen enkel bijkomend uur beschikbaar was gedurende deze vier voorgaande kwartalen.

De werkgever is ook geen responsabiliseringsbijdrage verschuldigd indien hij één van de volgende elementen kan aantonen:

  • hij moest geen mededeling van de vacante betrekking verrichten omdat de arbeidsregeling niet werd verhoogd gedurende een ononderbroken periode van tenminste een maand of voor onbepaalde tijd;
  • dat de werknemer niet in aanmerking kwam voor de toekenning van de bijkomende uren omdat het niet ging om dezelfde functie en hij daarvoor niet de vereiste kwalificaties bezat;
  • dat de werknemer niet in aanmerking kwam voor de toekenning van de bijkomende uren omdat het ging om uren die betrekking hebben op prestaties tijdens dezelfde tijdblokken als de prestaties geleverd door de betrokken werknemer;
  • dat de werknemer was tewerkgesteld in een andere vestigingseenheid dan de vestigingseenheid waar de bijkomende uren beschikbaar waren;
  • dat hij aan de betrokken werknemer alle vacante voltijdse en deeltijdse dienstbetrekkingen heeft aangeboden.

Toezicht

De RVA en de RSZ bezorgen aan de Algemene Directie Toezicht op de Sociale Wetten de gegevens van de werkgevers en de werknemers.

De Inspectie zal de nodige verificaties verrichten en onderzoeken of de door de werkgever gegeven verantwoording gegrond is.

Bron: K.B. dd. 2 mei 2019 tot uitvoering van de bepalingen van de programmawet van 22 december 1989 die betrekking hebben op de voorrang voor deeltijdse werknemers om een vacante dienstbetrekking bij hun werkgever te verkrijgen (1), B.S. 15 mei 2019.