Besox

Verhoging deel II van de opzeg van 15 weken naar 18 weken in 2019

26 december 2018

In 2014 voerde het eenheidsstatuut nieuwe opzeggingstermijnen in om het verschil tussen arbeiders en bedienden weg te werken. Voor werknemers van wie de arbeidsovereenkomst is gestart vóór 1 januari 2014 wordt de opzeggingstermijn in principe berekend volgens het kliksysteem in 2 delen, die samengeteld moeten worden.

In deel I moet de opzeggingstermijn berekend worden alsof de werknemer op 31/12/2013 uit dienst zou gegaan zijn volgens de opzeggingstermijnen die toen van toepassing waren.

In deel II wordt de opgebouwde opzeggingstermijn vanaf 01/01/2014 berekend. Dit  gebeurt aan de hand van een specifieke tabel die ook van toepassing is voor indiensttredingen vanaf 01/01/2014. De anciënniteit van de werknemer wordt hierbij op 01/01/2014 fictief op 0 gezet.

Wanneer een werknemer in dienst vóór 1 januari 2014, die voor zijn opzeggingstermijn onder het kliksysteem valt, in 2018 ontslagen wordt, bestaat deel II van de termijn uit 15 weken. In 2019 verhoogt deel II van de opzeggingstermijn naar 18 weken. De opzeggingstermijn zal dus meteen met drie weken verhogen.

Deze verhoging van de opzeggingstermijnen zal voor bedienden in dienst getreden vóór 1 januari 2014 bovendien tot gevolg hebben dat hun opzeggingstermijn steeds minstens 3 maanden + 18 weken zal bedragen.

Vanaf volgend jaar zal de opzeggingstermijn of de verbrekingsvergoeding voor deze bedienden dus meer dan 30 weken bedragen. Hierdoor zal u bij een ontslag door de werkgever steeds rekening moeten houden met de regels inzake outplacement op basis van de wet eenheidsstatuut.

Bron: Wet van 26 december 2013 betreffende de invoering van een eenheidsstatuut tussen arbeiders en bedienden inzake de opzeggingstermijnen en de carenzdag en begeleidende maatregelen, B.S. 31 december 2013.