Besox

Registreer alle opleidingen die uw werknemers volgen!

27 juni 2017

Hoe het was…

Alle werkgevers uit de privésector moesten jaarlijks 1,9% van de totale loonmassa van alle ondernemingen samen in opleiding van werknemers investeren. Werd deze doelstelling niet bereikt, dan werden de ondernemingen die vielen onder een sector waar onvoldoende opleidingsinspanningen werden geleverd, gesanctioneerd.

Deze werkgevers moesten met name een bijkomende werkgeversbijdrage van 0,05% betalen, ook indien ze op ondernemingsniveau wel voldoende inspanningen voor opleiding van hun werknemers deden.

De Raad van State achtte dit in strijd met het gelijkheids- en non-discriminatiebeginsel en vernietigde daarom de regeling.

Wat is nieuw?

De wet werkbaar en wendbaar werk voorziet een nieuwe interprofessionele doelstelling van gemiddeld 5 dagen opleiding per jaar per voltijds equivalent. Dit betekent evenwel niet dat elke werknemer onmiddellijk en individueel recht heeft op 5 dagen vorming per jaar!

1.  Sectorale regeling

In eerste instantie zijn de sectoren aan zet. Voor de periode 2017-2018 moeten de sectoren ten laatste op 30 november 2017 een collectieve arbeidsovereenkomst neerleggen op de griffie van de FOD WASO.

2. Individuele opleidingsrekening

Bij gebrek aan een sectorale cao kan de opleidingsdoelstelling bereikt worden op ondernemingsvlak door een opleidingskrediet toe te kennen op een individuele opleidingsrekening. Een voltijdse werknemer die een volledig jaar in dienst is, zal op jaarbasis recht hebben op minstens 2 opleidingsdagen. De opleidingsrekening zal een groeipad moeten voorzien om te komen tot de interprofessionele doelstelling van gemiddeld 5 opleidingsdagen per voltijds equivalent.  Het opleidingskrediet dat op het einde van het jaar niet werd opgenomen, wordt overgedragen naar het volgende jaar.

Verdere regels en formaliteiten moeten nog in een KB worden uitgewerkt.

3. Suppletieve regeling

Indien er geen sectorale cao werd afgesloten en de werkgever voorziet niet in een individuele opleidingsrekening, dan zal elke werknemer individueel recht hebben op 2 opleidingsdagen per jaar per voltijds equivalent.

4. Vrijstelling voor ondernemingen < 10 werknemers

Werkgevers met minder dan 10 werknemers zijn uitgesloten van deze nieuwe verplichting. Het aantal werknemers wordt berekend op basis van het gemiddeld aantal werknemers in voltijdse equivalenten gedurende de voorbije twee jaren. De telling gebeurde voor de eerste keer op 1 januari 2017.

5. Afwijking voor ondernemingen ³ 10 en < 20 werknemers

Na advies van de Nationale Arbeidsraad kan bij KB afgeweken worden van het aantal verplichte opleidingsdagen, het groeipad, het bijhouden van de opleidingsrekening, … voor ondernemingen met minimum 10 maar minder dan 20 werknemers. Ook hier wordt het aantal werknemers berekend op basis van het gemiddeld aantal werknemers in voltijdse equivalenten gedurende de voorbije twee jaren.

Het begrip “opleiding” is heel ruim: zowel formele als informele opleidingen komen in aanmerking. Het gaat dus bijvoorbeeld om opleidingen van externe partners of via sectorale vormingsfondsen, “on the job”-trainingen, enz.

 

Bron: Wet van 5 maart 2017 betreffende werkbaar en wendbaar werk, B.S. 15 maart 2017.