Besox

Re-integratietraject voor arbeidsongeschikte werknemers

13 december 2016

Minister van Werk Kris Peeters en Minister van Sociale Zaken Maggie De Block ondernemen actie om het aantal mensen dat langdurig afwezig blijft van het werk, of dat omwille van ziekte niet aan het werk is, te ondersteunen en terug te begeleiden naar werk.

In het Belgisch Staatsblad van 24 november 2016 verschenen hierover 2 koninklijke besluiten.

1. Re-integratietraject voor arbeidsongeschikte werknemers

De bedoeling van het re-integratietraject is om de re-integratie van een werknemer die het overeengekomen werk niet meer kan uitoefenen te bevorderen door deze werknemer:

  • ofwel tijdelijk een aangepast of een ander werk te geven in afwachting dat hij zijn overeengekomen werk opnieuw kan uitoefenen;
  • ofwel definitief een aangepast of ander werk te geven indien de werknemer definitief ongeschikt is voor het uitoefenen van zijn overeengekomen werk.

Het re-integratietraject is niet van toepassing in geval van arbeidsongeval of beroepsziekte.

In dit re-integratietraject is een sleutelrol weggelegd voor de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer, die niet alleen de arbeidsomstandigheden en het werk in een bepaalde onderneming kent, maar ook kan fungeren als gekend aanspreekpunt voor werkgever en werknemer. Hij moet zorgen voor het goede verloop en de opvolging van het re-integratietraject.

Het re-integratietraject voor werknemers zal bestaan uit verschillende fasen:

Initiatief voor de start van de re-integratieprocedure

De preventieadviseur-arbeidsgeneesheer start een re-integratietraject op verzoek van:

  1. ofwel de werknemer of zijn behandelende geneesheer als de werknemer hiermee instemt, tijdens de periode van arbeidsongeschiktheid;
  2. ofwel de adviserend geneesheer van het ziekenfonds, voor zover de werknemer in aanmerking komt voor re-integratie krachtens de ZIV-wet;
  3. ofwel de werkgever, ten vroegste vanaf 4 maanden na aanvang van de arbeidsongeschiktheid van de werknemer, of vanaf het ogenblik waarop de werknemer een attest definitieve medische overmacht van zijn behandelende geneesheer overhandigt.

Opstart van het traject

De preventieadviseur-arbeidsgeneesheer verwittigt de werkgever bij ontvangst van een re-integratieverzoek door de werknemer of de adviserend geneesheer van het ziekenfonds.

Wanneer de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer het re-integratieverzoek ontvangt van de werknemer of de werkgever, verwittigt hij de adviserend geneesheer van het ziekenfonds.

Vervolgens nodigt hij de werknemer uit voor een re-integratiebeoordeling zodat hij kan nagaan of de werknemer op termijn, desgevallend met aanpassing van de werkpost, het overeengekomen werk opnieuw zal kunnen uitoefenen. Hij onderzoekt de mogelijkheden tot re-integratie op basis van de arbeidscapaciteiten van de werknemer.

Indien de werknemer hiermee instemt, wordt er overleg gepleegd met de behandelende geneesheer van de werknemer, de adviserend geneesheer van het ziekenfonds, andere preventieadviseurs en personen die een nuttige bijdrage kunnen leveren in het slagen van het re-integratietraject.

De preventieadviseur-arbeidsgeneesheer onderzoekt tevens de aanpassingsmogelijkheden van de werkpost of werkomgeving van de werknemer.

Tot slot maakt de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer een verslag op van zijn bevindingen en van het overleg en voegt dit toe in het gezondheidsdossier van de werknemer.

Beoordeling

De preventieadviseur-arbeidsgeneesheer neemt zo spoedig mogelijk één van de volgende beslissingen:

  1. Het is mogelijk dat de werknemer op termijn zijn werk kan hervatten, eventueel met aanpassing van de werkpost, en de werknemer is in staat om in tussentijd bij de werkgever aangepast of ander werk uit te voeren, eventueel met aanpassing van de werkpost. De preventieadviseur-arbeidsgeneesheer legt de modaliteiten hiervan vast. Hij herbekijkt het re-integratietraject op een door hem bepaald tijdstip.
  2. Het is mogelijk dat de werknemer op termijn zijn werk kan hervatten, eventueel met aanpassing van de werkpost, maar de werknemer is niet in staat om in tussentijd bij de werkgever aangepast of ander werk uit te voeren. De preventieadviseur-arbeidsgeneesheer herbekijkt het re-integratietraject op een door hem bepaald tijdstip.
  3. De werknemer is definitief ongeschikt om zijn werk te hervatten, maar hij is wel in staat om bij de werkgever een aangepast of ander werk uit te voeren, eventueel met aanpassing van de werkpost. De preventieadviseur-arbeidsgeneesheer legt de modaliteiten hiervan vast.
  4. De werknemer is definitief ongeschikt om zijn werk te hervatten en is niet in staat om bij de werkgever aangepast of ander werk uit te oefenen.
  5. De preventieadviseur-arbeidsgeneesheer oordeelt dat het omwille van medische redenen niet opportuun is om een re-integratietraject op te starten. In dat geval herbekijkt hij elke 2 maanden of hij een re-integratietraject kan opstarten. Deze beslissing kan niet worden genomen voor een re-integratietraject dat werd opgestart op verzoek van de adviserend geneesheer van het ziekenfonds.

De preventieadviseur-arbeidsgeneesheer zorgt er uiterlijk binnen een termijn van 40 werkdagen na ontvangst van het re-integratieverzoek voor dat de werkgever en de werknemer het formulier voor re-integratiebeoordeling ontvangen. Indien hij geen aangepast of ander werk voorstelt, dan moet de adviserend geneesheer van het ziekenfonds op de hoogte worden gebracht. Het formulier moet tevens worden toegevoegd aan het gezondheidsdossier van de werknemer.

Re-integratieplan

De werkgever maakt het re-integratieplan op in overleg met de werknemer, de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer en eventueel andere nuttige personen.

In geval de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer een tijdelijke aanpassing of tijdelijk ander werk voorstelt, moet hij hiermee starten na ontvangst van de re-integratiebeoordeling. Gaat het daarentegen om een definitieve ongeschiktheid, dan moet dit gebeuren na de beroepstermijn van 7 werkdagen van de werknemer tegen de beslissing van de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer of na ontvangst van het resultaat van de beroepsprocedure, waarin de beslissing van de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer bevestigd wordt.

Het re-integratieplan bevat één of meerdere van de volgende concrete en gedetailleerde maatregelen:

  1. een omschrijving van de redelijke aanpassingen van de werkpost;
  2. een omschrijving van het aangepast werk: het volume van het werk, het uurrooster en, in voorkomend geval, de progressiviteit van de maatregelen;
  3. een omschrijving van het ander werk: de inhoud van het werk, het volume van het werk, het uurrooster en, in voorkomend geval, de progressiviteit van de maatregelen;
  4. de aard van de vooropgestelde opleiding met het oog op het verwerven van de competenties die moeten toelaten dat de werknemer een aangepast of ander werk kan uitvoeren;
  5. de geldigheidsduur van het re-integratieplan.

De preventieadviseur-arbeidsgeneesheer bezorgt het re-integratieplan aan de adviserend geneesheer van het ziekenfonds. Hij neemt dan een beslissing in het kader van de ZIV-wet.

Het re-integratieplan vermeldt de beslissing van de adviserend geneesheer van het ziekenfonds. Indien nodig past de werkgever het re-integratieplan aan.

Vervolgens bezorgt de werkgever het re-integratieplan aan de werknemer:

  • ofwel binnen een termijn van 55 werkdagen als het gaat om een tijdelijke ongeschiktheid;
  • ofwel binnen een termijn van 12 maanden als het gaat om een definitieve ongeschiktheid.

Indien de werkgever beslist om geen re-integratieplan op te maken omdat hij van mening is dat dit technisch of objectief onmogelijk is, of indien dit om gegronde redenen redelijkerwijze niet kan worden geëist, moet hij dit motiveren in een verslag. Dit verslag moet aan de werknemer en aan de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer bezorgd worden en dient tevens ter beschikking gehouden te worden van de inspectiediensten.

Reactie van de werknemer

Na ontvangst van het re-integratieplan heeft de werknemer 5 werkdagen de tijd om al dan niet in te stemmen met het plan en het terug te bezorgen aan de werkgever.

Indien hij ermee instemt, dan moet hij het ondertekenen voor akkoord. Stemt hij er niet mee in, dan moet hij de redenen voor zijn weigering vermelden.

Verplichtingen van de werkgever en de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer

Na goedkeuring van het plan, bezorgt de werkgever een exemplaar van het re-integratieplan aan de werknemer en aan de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer en houdt het ter beschikking van de inspectiediensten.

Tenslotte maakt de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer het plan over aan de adviserend geneesheer van het ziekenfonds. Hij voegt het ook toe aan het gezondheidsdossier van de werknemer.

Einde van het re-integratietraject voor werknemers die definitief ongeschikt zijn

Het traject is definitief beëindigd op het ogenblik dat de werkgever:

  • van de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer een formulier voor re-integratiebeoordeling heeft ontvangen, waarin hij heeft geoordeeld dat er geen aangepast of ander werk mogelijk is en de beroepsmogelijkheden van de werknemer zijn uitgeput;
  • het verslag aan de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer bezorgt, waarin hij motiveert waarom hij geen re-integratieplan opmaakt;
  • het re-integratieplan waarmee de werknemer niet akkoord is gegaan, aan de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer heeft bezorgd.

Rol comité PBW

De werknemer kan zich gedurende het volledige re-integratietraject laten bijstaan door een werknemersafgevaardigde in het comité of, bij ontstentenis hiervan, door een vakbondsafgevaardigde van zijn keuze.

Met het oog op het ontwikkelen van een doeltreffend re-integratiebeleid overlegt de werkgever regelmatig, en minstens één keer per jaar, met het comité over de mogelijkheden op collectief niveau voor aangepast of ander werk en de maatregelen voor aanpassing van de werkposten, in aanwezigheid van de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer en eventuele andere bevoegde preventieadviseurs.
De collectieve aspecten van de re-integratie worden éénmaal per jaar geëvalueerd en overlegd in het comité op basis van een kwantitatief en kwalitatief verslag van de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer. Het re-integratiebeleid wordt zo nodig aangepast in functie van deze evaluatie.

Beroepsprocedure

De werknemer die niet akkoord gaat met de re-integratiebeoordeling van de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer waarin hij definitief ongeschikt is verklaard voor het overeengekomen werk, kan hiertegen beroep instellen:

  • binnen de 7 werkdagen na ontvangst van het formulier voor re-integratiebeoordeling stuurt hij een aangetekend schrijven aan de bevoegde geneesheer-sociaal inspecteur van de Algemene Directie Toezicht op het Welzijn op het werk;
  • de werknemer verwittigt de werkgever hiervan;
  • de geneesheer-sociaal inspecteur roept de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer en de behandelende geneesheer van de werknemer op voor overleg en vraagt hen de relevante documenten in het dossier mee te brengen. Eventueel kan hij ook de werknemer horen en onderzoeken;
  • tijdens het overleg nemen de geneesheren een beslissing bij meerderheid van stemmen en dit uiterlijk binnen een termijn van 31 werkdagen na ontvangst van het beroep door de geneesheer-sociaal inspecteur. Bij afwezigheid van één van de geneesheren of bij gebrek aan een akkoord, neemt de geneesheer-sociaal inspecteur zelf de beslissing;
  • de beslissing wordt opgenomen in een medisch verslag dat door de aanwezige geneesheer wordt ondertekend en dat in het gezondheidsdossier van de werknemer wordt bewaard;
  • de geneesheer-sociaal inspecteur deelt het resultaat van de beroepsprocedure onmiddellijk mee aan de werkgever en aan de werknemer.

De werknemer kan deze beroepsprocedure tijdens eenzelfde re-integratietraject slechts één keer aanwenden.

De werkgever neemt de verplaatsingskosten van de werknemer verbonden aan het re-integratietraject ten laste.

Inwerkingtreding

Het besluit treedt op 1 december 2016 in werking.

De werknemers kunnen een re-integratietraject opstarten vanaf 1 januari 2017, ongeacht de aanvangsdatum van hun arbeidsongeschiktheid.

De werkgevers kunnen een re-integratietraject starten vanaf:

  • 1 januari 2017 voor arbeidsongeschiktheden die aanvatten vanaf 1 januari 2016;
  • 1 januari 2018 voor arbeidsongeschiktheden die aanvatten vóór 1 januari 2016.

2. Re-integratietraject op de arbeidsmarkt

Dit re-integratietraject beoogt de sociaalprofessionele re-integratie te bevorderen van een gerechtigde die niet meer tewerkgesteld is of niet meer tewerkgesteld kan worden door zijn werkgever, door hem te begeleiden naar een functie bij een andere werkgever of in een andere bedrijfstak.

In dit traject is een sleutelrol weggelegd voor de adviserend geneesheer van het ziekenfonds, die moet zorgen voor het goede verloop en de opvolging van het traject.

Inschatting van de restcapaciteiten

Ten laatste twee maanden na aangifte van de arbeidsongeschiktheid bij het ziekenfonds, moet de adviserend geneesheer, op basis van het medisch dossier, een eerste inschatting maken van de resterende capaciteiten.

Hierbij wordt de betrokkene in een welbepaalde categorie geplaatst.

Voor personen die op het ogenblik van deze inschatting verbonden zijn door een arbeidsovereenkomst, gaat het om de volgende 4 categorieën:

  • Cat. 1: de betrokkene kan vermoedelijk uiterlijk tegen het einde van de 6de maand van de arbeidsongeschiktheid spontaan het werk opnieuw uitoefenen;
  • Cat. 2: een werkhervatting lijkt om medische redenen niet mogelijk;
  • Cat. 3: een werkhervatting is momenteel niet mogelijk omdat er prioriteit gegeven moet worden aan de medische diagnose of de medische behandeling;
  • Cat. 4: een werkhervatting lijkt mogelijk te zijn door het aanbieden van, al dan niet tijdelijk, aangepast werk of ander werk.

Ook personen die op het ogenblik van de inschatting niet gebonden zijn door een arbeidsovereenkomst worden in 4 categorieën geplaatst. Het gaat in dit geval om de volgende:

  • Cat. 1: de betrokkene kan vermoedelijk uiterlijk tegen het einde van de 6de maand van de arbeidsongeschiktheid een beroep op de reguliere arbeidsmarkt opnemen;
  • Cat. 2: het opnemen van een beroep op de reguliere arbeidsmarkt lijkt om medische redenen niet mogelijk;
  • Cat. 3: het opnemen van een beroep op de reguliere arbeidsmarkt is voorlopig niet aan de orde omdat er prioriteit gegeven moet worden aan de medische diagnose of de medische behandeling;
  • Cat. 4: het opnemen van een beroep op de reguliere arbeidsmarkt lijkt mogelijk te zijn, eventueel na herscholing of een beroepsopleiding.

Deze eerste inschatting gebeurt niet als de betrokkene reeds aan de preventiadviseur-arbeidsgeneesheer verzocht heeft om een re-integratietraject op te starten.

Re-integratietraject binnen de onderneming

Personen die nog verbonden zijn door een arbeidsovereenkomst worden door de adviserend geneesheer van het ziekenfonds in de volgende gevallen doorverwezen naar de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer:

  • de werknemer is in categorie 1 geplaatst, is nog altijd arbeidsongeschikt na 6 maanden en is nog steeds verbonden door een arbeidsovereenkomst. Tevens maakt de adviserend geneesheer op basis van het medisch dossier een nieuwe inschatting dat een werkhervatting mogelijk lijkt te zijn door het aanbieden van (tijdelijk of definitief) aangepast werk of ander werk;
  • de werknemer is in categorie 3 geplaatst. De adviserend geneesheer herbekijkt om de twee maanden de situatie. Bij dergelijke evaluatie is gebleken dat een werkhervatting mogelijk lijkt te zijn door het aanbieden van al dan niet tijdelijk aangepast werk of ander werk;
  • de werknemer is in categorie 4 geplaatst.

De adviserend geneesheer krijgt een kopie van het re-integratieplan. Op basis hiervan gaat hij na of het uitvoeren van het re-integratieplan een einde kan maken aan de toestand van arbeidsongeschiktheid van de werknemer.

Het re-integratieplan kan ook bestaan uit een toegelaten arbeid bij de werkgever, conform de bestaande regels. De werknemer moet in dat geval de toelating van de adviserend geneesheer niet vragen, maar de adviserend geneesheer gaat zelf na of het re-integratietraject overeenstemt met de voorwaarden voor een toegelaten arbeid.

De adviserend geneesheer deelt zo spoedig mogelijk zijn bevindingen over de toestand van de werknemer of over de toegelaten arbeid mee aan de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer.

Als de adviserend geneesheer geen reactie geeft binnen de 3 weken na ontvangst van een kopie van het re-integratieplan, dan wordt verondersteld dat het uitvoeren van het re-integratieplan geen einde zal maken aan de toestand van arbeidsongeschiktheid van de werknemer en dat de beslissing van de adviserend geneesheer over de toegelaten arbeid positief is.

Re-integratietraject buiten de onderneming

Voor personen die niet verbonden zijn door een arbeidsovereenkomst, start de adviserend geneesheer in de volgende gevallen zelf een re-integratietraject gericht op sociaalprofessionele re-integratie buiten de onderneming:

  • de betrokkene is in in categorie 1 geplaatst en is nog altijd arbeidsongeschikt na 6 maanden. Tevens maakt de adviserend geneesheer op basis van het medisch dossier een nieuwe inschatting dat het opnemen van een beroep op de reguliere arbeidsmarkt mogelijk lijkt te zijn, eventueel na herscholing of een beroepsopleiding;
  • de betrokkene is in categorie 3 geplaatst. De adviserend geneesheer herbekijkt om de twee maanden de situatie. Bij dergelijke evaluatie is gebleken dat het opnemen van een beroep op de reguliere arbeidsmarkt mogelijk lijkt te zijn, eventueel na herscholing of een beroepsopleiding;
  • de betrokkene is in categorie 4 geplaatst;
  • het re-integratietraject van de werknemer die definitief ongeschikt is om het overeengekomen werk uit te voeren, is beëindigd.
    Binnen de maand nadat de adviserend geneesheer het re-integratietraject gericht op sociaalprofessionele re-integratie opstartte, moet de betrokkene door de adviserend geneesheer uitgenodigd worden voor een medisch-sociaal onderzoek. Dit onderzoek moet de resterende capaciteiten van de betrokkene en zijn mogelijkheden tot wedertewerkstelling bepalen. Hij deelt zijn bevindingen mee aan de behandelend geneesheer van de betrokkene.

Binnen een termijn van 4 weken (eenmalig verlengbaar met 2 tot 4 weken) stelt de adviserend geneesheer een aanbod van re-integratieplan gericht op sociaalprofessionele re-integratie op.
Voorafgaand overlegt hij hierover met de behandelende geneesheer van de betrokkene. Eventueel wordt ook de begeleider van de VDAB geraadpleegd.

Enkel om gegronde medische redenen kan de adviserend geneesheer afzien van het opstellen van een aanbod.

De betrokkene ontvangt zo spoedig mogelijk het aanbod van re-integratieplan. Daarbij nodigt de adviserend geneesheer de gerechtigde schriftelijk uit voor een gesprek. Dit moet plaatsvinden binnen de twee weken te rekenen vanaf de uitnodiging, tenzij de betrokkene zich om een geldige reden niet kan aanbieden. Tijdens het gesprek wordt de betrokkene geïnformeerd over de inhoud, de draagwijdte en de gevolgen van het re-integratieplan.
Als de betrokkene akkoord gaat, dan wordt de inhoud opgenomen in een overeenkomst die door de gerechtigde en de adviserend geneesheer wordt ondertekend.

De adviserend geneesheer volgt het re-integratieplan elke 3 maanden op, tenzij de elementen van het dossier een opvolging op een latere datum rechtvaardigen.

Inwerkingtreding

Het besluit treedt op 1 december 2016 in werking.

De betrokkenen kunnen een re-integratietraject vragen vanaf:

  • 1 januari 2017 voor arbeidsongeschiktheden die aanvatten vanaf 1 januari 2016;
  • 1 januari 2018 voor arbeidsongeschiktheden die aanvatten vóór 1 januari 2016.

3. Wetsontwerp: rechtszekerheid in de arbeidsrelatie

Op 22 november 2016 werd er tevens een wetsontwerp goedgekeurd dat de aspecten met betrekking tot het arbeidsrecht in geval van re-integratietrajecten voor arbeidsongeschikte werknemers regelt. Op die manier zou er o.a. meer duidelijkheid moeten komen over het lot van de arbeidsovereenkomst tijdens een periode van progressieve tewerkstelling.

Deze wet moet wel nog gepubliceerd worden in het Belgisch Staatsblad en zal in werking treden op de tiende dag na de publicatie.

Bron: K.B. dd. 28 oktober 2016 tot wijziging van het K.B. van 28 mei 2003 betreffende het gezondheidstoezicht op de werknemers wat de re-integratie van arbeidsongeschikte werknemers betreft, K.B. dd. 8 november 2016 tot wijziging van het K.B. van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, wat de sociaalprofessionele re-integratie betreft, B.S. 24 november 2016 en persbericht door Kris Peeters, vicepremier en minister van werk, economie, consumenten en belast met buitenlandse handel en minister van sociale zaken en volksgezondheid Maggie De Block dd. 23 november 2016.