Besox

Overbruggingsrecht zelfstandigen: enkele verduidelijkingen

27 januari 2017

In één van onze vorige nieuwsberichten lieten we u reeds weten dat het overbruggingsrecht voor zelfstandigen voortaan kan genoten worden in 4 situaties: een faillissement, een collectieve schuldenregeling, een gedwongen stopzetting of een stopzetting wegens economische moeilijkheden. In het Belgisch Staatsblad van 20 januari 2017 zijn hierover enkele uitvoeringsbepalingen verschenen.

Zo wordt er verduidelijkt wat er juist onder een ‘gedwongen stopzetting’ verstaan wordt. Het moet gaan om een situatie die, onafhankelijk van de wil van de zelfstandige, de zelfstandige activiteit tijdelijk of definitief onmogelijk maakt. Het kan gaan om de volgende situaties:

  • een natuurramp: dit is elk natuurverschijnsel met uitzonderlijk karakter in de zin van de Natuurrampenwet of elke natuurramp in de zin van de Verzekeringswet die de voor professioneel gebruik bedoelde gebouwen of de professionele uitrusting van de zelfstandige en, indien van toepassing, van zijn helper en/of meewerkende echtgenoot heeft beschadigd;
  • een brand: dit is elke gebeurtenis in de zin van de Verzekeringswet, (brandverzekering), die de voor professioneel gebruik bedoelde gebouwen of de professionele uitrusting van de zelfstandige en, indien van toepassing, van zijn helper en/of meewerkende echtgenoot heeft beschadigd;
  • een vernieling: dit is elke vernieling van de voor professioneel gebruik bedoelde gebouwen of de professionele uitrusting van de zelfstandige en, indien van toepassing, van zijn helper en/of meewerkende echtgenoot ten gevolge van een gebeurtenis anders dan een natuurramp of een brand en die door een derde is veroorzaakt;
  • een allergie: bij een allergie moet aan de volgende voorwaarden voldaan zijn:
  1. de allergie werd erkend door de adviserend geneesheer van de verzekeringsinstelling;
  2. de allergie is veroorzaakt door de uitoefening van de specifieke zelfstandige activiteit van de aanvrager; en
  3. de aanvrager wordt, na het uitputten van zijn rechten op arbeidsongeschiktheidsuitkeringen gedurende het tijdvak van primaire arbeidsongeschiktheid, op grond van een beslissing van het bevoegde medische orgaan niet erkend tijdens het tijdvak van invaliditeit.

In de eerste 3 situaties kan een helper of meewerkende echtgenoot slechts aanspraak maken op het overbruggingsrecht als de geholpen zelfstandige ook getroffen is door deze situatie. In de 4de situatie (allergie) is dit niet vereist.

Verder wordt het begrip ‘economische moeilijkheden’ verduidelijkt. De zelfstandige, helper of meewerkende echtgenoot moet zich in één van de volgende situaties bevinden:

  • hij ontvangt op het ogenblik van de stopzetting van zijn zelfstandige activiteit een leefloon;
  • hij heeft in de periode van 12 maanden voorafgaand aan de maand van de stopzetting, in het kader van een procedure voor de Commissie voor vrijstelling van bijdragen, een beslissing tot volledige of gedeeltelijke vrijstelling van bijdragebetaling bekomen;
  • hij beschikt over een inkomen dat de minimale bijdragedrempel niet overschrijdt, zowel tijdens het jaar van de stopzetting, als in het daaraan voorafgaande jaar.

Een helper of meewerkende echtgenoot kan enkel aanspraak maken op het overbruggingsrecht als de geholpen zelfstandige zijn inkomen tijdens dezelfde periode de minimale bijdragedrempel ook niet overschrijdt.

In de situatie van ‘economische moeilijkheden’ moet de aanvrager bovendien een minimum aantal kwartalen bewijzen over zijn volledige loopbaan waarvoor pensioenrechten worden geopend om aanspraak te kunnen maken op het overbruggingsrecht:

  • minder dan 8 kwartalen: geen recht op het overbruggingsrecht;
  • tussen 8 en 20 kwartalen:
  1. de financiële uitkering maximaal 3 maanden;
  2. de sociale rechten maximaal 1 kwartaal;
  • tussen 20 en 60 kwartalen:
  1. de financiële uitkering maximaal 6 maanden;
  2. de sociale rechten maximaal 2 kwartalen;
  • minstens 60 kwartalen:
  1. de financiële uitkering maximaal 12 maanden;
  2. de sociale rechten maximaal 4 kwartalen.

Bovenstaande verduidelijkingen treden retroactief in werking op 1 januari 2017.

 

Bron: Koninklijk besluit van 8 januari 2017 tot uitvoering van de wet van 22 december 2016 houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen, B.S. 20 januari 2017.