Besox

Onbelast bijverdienen: opnieuw enkele wijzigingen

26 november 2018

Werknemers die minstens 4/5de werken, zelfstandigen in hoofdberoep en gepensioneerden mogen sinds 15 juli 2018 tot € 6.130 per jaar (bedrag 2018) bijverdienen voor klusjes die zij uitvoeren. Het bijklussen is mogelijk via verenigingswerk, diensten van burger aan burger of activiteiten in de deeleconomie. Indien er voldaan wordt aan alle voorwaarden, zullen de inkomsten niet belast worden. Er zijn evenmin RSZ-bijdragen verschuldigd.

De regelgeving werd onlangs bijgestuurd. Hierbij geven wij u een overzicht van de voornaamste bepalingen.

  1. Lijst toegestane activiteiten verenigingswerk

Verenigingswerk is enkel mogelijk voor een aantal limitatief opgesomde activiteiten. Deze lijst werd nu aangepast. Zo is verenigingswerk niet meer mogelijk voor jeugdbewegingen en activiteiten van speelpleinwerking. Ook enkele andere activiteiten werden verduidelijkt. Dit resulteert in de volgende lijst:

  • animator, leider, monitor of coördinator die sportinitiatie en/of sportactiviteiten verstrekt;
  • sporttrainer, sportlesgever, sportcoach, jeugdsportcoördinator, sportscheidsrechter, jurylid, steward, terreinverzorger-materiaalmeester, seingever bij sportwedstrijden;
  • conciërge van jeugd-, sport-, culturele en artistieke infrastructuur;
  • persoon die instaat voor het gebouwenbeheer van buurtvoorzieningen, laagdrempelige ontmoetingsplaatsen in samenlevingsopbouw met als opdracht sleutelbeheer en kleine onderhoudswerkzaamheden zoals kleine herstellingen en poetsen;
  • artistieke of kunsttechnische begeleider in de amateurkunstensector, de artistieke en de cultuur-educatieve sector;
  • gidsen of publieksbegeleider van kunsten, erfgoed en natuur;
  • de vormingsmedewerker in het kader van de bijstand aan personen;
  • begeleider in de opvang voor, tijdens en/of na de schooluren georganiseerd op de school of tijdens schoolvakanties evenals bij het transport van en naar de school;
  • de nachtoppas, te weten het inslapen, evenals de dagoppas bij hulpbehoevende personen volgens de voorwaarden en kwaliteitscriteria die iedere gemeenschap bepaalt;
  • begeleider van schooluitstappen, activiteiten op school, activiteiten van het oudercomité of de ouderraad en occasionele of kleinschalige verfraaiingswerken aan de school of de speelplaats van de school;
  • hulp en ondersteuning bieden op occasionele of kleinschalige basis op het vlak van het administratief beheer, het bestuur, het ordenen van archieven of het opnemen van een logistieke verantwoordelijkheid bij activiteiten in de socioculturele, sport-, cultuur-, kunsteducatieve en kunstensector en in het onderwijs.
  • hulp bieden op occasionele en kleinschalige basis bij het beheer, het onderhoud en het openstellen voor het grote publiek van natuurgebieden en cultureel erfgoed;
  • hulp bieden op occasionele of kleinschalige basis bij het opstellen van nieuwsbrieven en andere publicaties evenals websites in de socioculturele, sport-, cultuur-, kunsteducatieve en kunstensector en in het onderwijs;
  • verstrekker van opleidingen, lezingen, presentaties en voorstellingen over culturele, artistieke en maatschappelijke thema’s in de socioculturele, sport-, cultuur-, kunsteducatieve en kunstensector;
  • met naleving van de regelgeving betreffende kwaliteitsvereisten voor het beroepshalve uitoefenen van die activiteiten: ondersteuning bieden in woonzorgcentra evenals in voorzieningen voor personen met een handicap aanvullend op de activiteiten van het vaste personeel waaronder, en niet limitatief, mensen gezelschap houden, meehelpen bij activiteiten en uitstappen;
  • opvang van baby’s en peuters en buitenschoolse opvang van schoolgaande kinderen volgens de voorwaarden en kwaliteitscriteria die iedere Gemeenschap bepaalt.
  1. Maximale vergoeding

In het kader van de bijkluswet mag er tot € 6.130 per jaar (bedrag 2018) bijverdiend worden vrij van belastingen en RSZ. Dit bedrag geldt voor de 3 pijlers samen (verenigingswerk, diensten van burger aan burger en activiteiten in de deeleconomie).

De inkomsten uit verenigingswerk en diensten van burger aan burger mogen niet meer dan € 510,83 per maand bedragen (bedrag 2018).

De huidige wetswijziging geeft de regering voortaan de mogelijkheid om de maandgrens op te trekken voor bepaalde activiteiten onder bepaalde voorwaarden. Het jaarbedrag blijft echter wel van toepassing.

Wanneer een verenigingswerker actief is in meer dan één categorie van verenigingswerk waarvoor een verhoging geldt, zal hij rekening moeten houden met de bovengrens van de categorie met de hoogste bovengrens waarin hij actief is.

  1. Versoepeling verbodsbepalingen

Al wie door een arbeidsovereenkomst, statutaire aanstelling of dienstverleningsovereenkomst verbonden is met een vereniging kan geen verenigingswerk doen voor dezelfde vereniging. Ook een persoon die al bij de vereniging tewerkgesteld is als uitzendkracht, tijdelijke werknemer (vervanging of inzet bij tijdelijke vermeerdering van het werk) of als werknemer die ter beschikking werd gesteld door de vereniging komt niet in aanmerking.

Dit verbod is van toepassing tot één jaar na de beëindiging van de professionele samenwerking, behalve indien het ging om een tewerkstelling als student of voor een gepensioneerde.

Hierin komt nu een versoepeling. Het verbod is niet meer van toepassing voor personen die het voorgaande jaar vrijgesteld werden van de betaling van sociale bijdragen wegens een tewerkstelling van maximum 25 dagen in de vereniging of organisatie.

Bron: Wet van 30 oktober 2018 tot wijziging van de wet van 18 juli 2018 betreffende de economische relance en de versterking van de sociale cohesie en van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (1), B.S. 12 november 2018.