Besox

Mystery calling en praktijktesten in Brussel vanaf 1 januari 2018

13 december 2017

In het Belgisch Staatsblad is recent een ordonnantie verschenen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest die de gewestelijke werkgelegenheidsinspecteurs de mogelijkheid geeft om bij de uitoefening van hun opdracht discriminatietesten op het vlak van tewerkstelling uit te voeren.

De discriminatietesten kunnen via de post, elektronisch of telefonisch worden uitgevoerd. De gewestelijke werkgelegenheidsinspecteurs gebruiken hiervoor een valse identiteit en moeten zich niet legitimeren. Zij moeten er bovendien niet op wijzen dat de vaststellingen die ze doen, kunnen worden aangewend voor de uitoefening van het toezicht of de controle.

Er wordt een onderscheid gemaakt tussen twee vormen van discriminatietesten:

  • praktijktest: de gewestelijke werkgelegenheidsinspecteurs versturen paren gelijkaardige sollicitaties die enkel verschillen op één criterium dat mogelijk tot discriminatie leidt. De indiening van deze sollicitaties gebeurt in principe als antwoord op een jobaanbieding, maar evengoed zijn spontane sollicitaties een mogelijkheid;
  • mystery calling: dit soort van testen bestaat uit het contacteren van een werkgever om te controleren of hij niet tegemoetkomt aan een discriminerende vraag van een mogelijke klant.

De gewestelijke werkgelegenheidsinspecteurs die in dit kader strikt noodzakelijke strafbare feiten plegen, blijven vrij van straf. Maar alle acties die worden ondernomen tijdens de discriminatietest en de resultaten ervan moeten in een verslag worden opgetekend.

De testen mogen moeten bovendien voldoen aan volgende voorwaarden:

  • niet van uitlokkende aard zijn, namelijk:
    • creëren van de gelegenheid om een discriminerende praktijk aan het licht te brengen zonder procedure inzake aanwerving, rekrutering of tewerkstelling overdreven na te bootsen;
    • geen discriminerende praktijk creëren, versterken of bevestigen, terwijl er geen ernstige aanwijzing is van praktijken die men zou kunnen bestempelen als directe of indirecte discriminatie;
  • de testen mogen slechts gebruikt worden na klachten of meldingen en op basis van praktijken die men zou kunnen bestempelen als directe of indirecte discriminatie bij een werkgever of in een bepaalde activiteitensector.

De uitgevoerde discriminatietest vormt, indien hij positief is, een feit dat toelaat te veronderstellen dat er sprake is van directe of indirecte discriminatie die strafbaar is.

Indien de discriminatietest positief is, gaan de gewestelijke werkgelegenheidsinspecteurs over tot verhoren. De verhoorde mag bij deze verhoren vergezeld worden door een persoon naar keuze.

Bovendien bundelt de ordonnantie nog enkele aanpassingen aan de ordonnantie van 4 september 2008 betreffende de strijd tegen discriminatie en de gelijke behandeling op het vlak van de tewerkstelling (uitbreiding van het toepassingsgebied, het begrip werkgever, sancties,…) en aan de ordonnantie van 8 oktober 2015 houdende algemene regels betreffende de inhouding, de terugvordering en de niet-vereffening van subsidies op het vlak van werkgelegenheid en economie.

De minister van Tewerkstelling bezorgt, ten laatste tegen de maand juni, een jaarverslag over de strijd tegen discriminatie op het vlak van de tewerkstelling en het gebruik van de discriminatietesten aan de voorzitter van de Economische en Sociale Raad van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

De ordonnantie treedt in werking op 1 januari 2018.

 

Bron: Ordonnantie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 16 november 2017 inzake het bestrijden van discriminatie op het vlak van tewerkstelling in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, B.S. 21 november 2017.