Besox

Loopbaansparen treedt in werking op 1 februari 2018

2 februari 2018

De wet werkbaar en wendbaar werk voorziet in een stelsel van loopbaansparen. Dit stelsel geeft aan de werknemers de mogelijkheid om “tijd” op te sparen om die later tijdens de duur van hun loopbaan als verlof op te nemen.

De werknemer kan echter op geen manier verplicht worden om deel te nemen aan een stelsel van loopbaansparen. Ook de werkgever van zijn kant is niet verplicht om een stelsel van loopbaansparen te organiseren binnen zijn onderneming.

Wat kan een werknemer sparen?

De werknemer kan de volgende tijdsperiodes opsparen:

  • de 100 vrijwillige overuren;
  • de conventionele verlofdagen voorzien op sector- of ondernemingsvlak;
  • het krediet van 12 uren dat overgedragen kan worden in het kader van glijdende uurroosters;
  • overuren gepresteerd in het kader van een buitengewone vermeerdering van het werk of een onvoorziene noodzaak die uitbetaald worden in plaats van ingehaald.

Wettelijke verlofdagen kunnen niet worden opgespaard. In de toekomst kan een koninklijk besluit ook voorzien dat premies in geld (bv. de eindejaarspremie)  kunnen opgespaard worden om deze daarna om te zetten in verlof.

Hoe een stelsel van loopbaansparen invoeren?

De sociale partners in de Nationale Arbeidsraad hadden 6 maanden de tijd om zelf een cao over loopbaansparen af te sluiten, maar zijn hierin niet geslaagd.

De volgende zet is nu aan de sectoren. Zij hebben vanaf 1 februari 2018 6 maanden de tijd om een sectorale cao af te sluiten over het loopbaansparen. Als er in de sector geen cao wordt afgesloten, kan het loopbaansparen worden ingevoerd via een ondernemingscao. Maar vooraleer de onderneming een dergelijk cao kan afsluiten, moet zij de vraag tot invoering van loopbaansparen voorleggen aan het betrokken paritair comité. De sector krijgt dan nog eens 6 maanden de tijd om hierover een cao te sluiten. Pas na het verstrijken van deze termijn van 6 maanden, kan een ondernemingscao worden afgesloten.

Verplichte vermeldingen

De sectorale of ondernemingscao moet minstens de volgende vermeldingen bevatten:

  • de tijdsperiodes die kunnen worden opgespaard;
  • de periode waarin de betrokken tijdselementen kunnen worden opgespaard;
  • de wijze waarop de werknemer de opgespaarde tijd kan opnemen;
  • de waardering die zal worden toegepast wanneer de gespaarde tijd wordt opgenomen (of uitbetaald);
  • de manier waarop het loopbaansparen wordt beheerd en de waarborgen voor de werknemer;
  • het lot van het loopbaansparen wanneer de onderneming in vereffening zou gaan.

Wie beheert de loopbaanspaarrekening?

De loopbaanspaarrekening kan op drie manieren worden beheerd:

  • hetzij door de werkgever zelf. In dat geval is hij verplicht om de nodige betalingswaarborgen te voorzien;
  • hetzij door een externe instelling, bijvoorbeeld een bank of verzekeringsinstelling;
  • hetzij door het fonds voor bestaanszekerheid van de betrokken sector.

 

Bron: Wet van 5 maart 2017 betreffende werkbaar en wendbaar werk, B.S. 15 maart 2017; K.B. van 25 juni 2017 tot uitvoering van artikel 39 van de wet van 5 maart 2017 betreffende werkbaar en wendbaar werk, B.S. 5 juli 2017.