Besox

Economische werkloosheid voor bedienden blijft ook in 2016 mogelijk

1 februari 2016

Ondernemingen die een verminderd productievolume gedurende een korte periode willen overbruggen in afwachting van een toename, kunnen onder bepaalde voorwaarden een beroep doen op het systeem van economische werkloosheid voor bedienden, dat sinds 2012 geregeld wordt door de arbeidsovereenkomstenwet.  In dit artikel lichten we de regelgeving even verder toe.

 

Toepassingsgebied

Een onderneming kan de economische werkloosheid voor bedienden toepassen indien ze aan de onderstaande voorwaarden voldoet:

  • de onderneming behoort tot het toepassingsgebied van de CAO-wet van 5 december 1968
  • de onderneming wordt beschouwd als onderneming in moeilijkheden, d.w.z. dat ze voldoet aan één van de volgende voorwaarden:
  • de onderneming kent een substantiële daling van de omzet of de productie met minstens 10% in één van de vier kwartalen die voorafgaan aan het eerste gebruik van de economische werkloosheid voor bedienden, vergeleken met de omzet of de productie in hetzelfde kwartaal van het jaar 2008. Aangezien het referentiejaar 2008 ver in het verleden ligt, is het sinds 1 januari 2016 ook mogelijk om een vergelijking te maken met hetzelfde kwartaal in één van de twee kalenderjaren die de aanvraag voorafgaan. Een onderneming die in de loop van het 1ste kwartaal 2016 een aanvraag indient, kan dus een vergelijking maken tussen het 4de kwartaal 2015 en het 4de kwartaal 2014 of het 4de kwartaal 2008.

De daling van de omzet moet aangetoond worden aan de hand van de BTW-aangiften.

  • de onderneming toont een tijdelijke werkloosheid onder arbeiders aan ten belope van minstens 10% van het globaal aantal aangegeven RSZ-dagen tijdens het kwartaal voorafgaand aan het kwartaal waarin de bewijsvoering aan de RVA is verstuurd.
  • de onderneming kent een substantiële daling van de bestellingen van minstens 10% in één van de vier kwartalen die voorafgaan aan het eerste gebruik van de economische werkloosheid voor bedienden, vergeleken met de omzet of de productie in hetzelfde kwartaal van het jaar 2008. Ook hier is het sinds 1 januari 2016 mogelijk om een vergelijking te maken met hetzelfde kwartaal in één van de twee kalenderjaren die de aanvraag voorafgaan.
  • de onderneming moet een beroep kunnen doen op een juridisch kader, d.w.z. een CAO of een ondernemingsplan, dat verwijst naar de nieuwe wetgeving en de schorsing toelaat.

Bij gebrek aan een sectorale CAO kunnen de ondernemingen zelf het initiatief nemen tot invoering van de economische werkloosheid voor bedienden.

Ondernemingen met een syndicale delegatie kunnen met hun syndicale delegatie onderhandelingen opstarten om een ondernemingsCAO te sluiten. De onderhandelingsperiode is beperkt tot twee weken. Deze termijn begint vanaf het opstarten van de onderhandelingen, te rekenen vanaf de formele uitnodiging van de syndicale delegatie. Indien binnen de twee weken na het opstarten van de onderhandelingen geen resultaten worden bereikt, kan de werkgever de economische werkloosheid voor bedienden toch invoeren via een ondernemingsplan.

Ondernemingen zonder syndicale delegatie kunnen de economische werkloosheid voor bedienden invoeren door middel van een goedgekeurd ondernemingsplan.

Het ondernemingsplan moet samen met een gemotiveerde aanvraag en de nodige bewijsstukken per aangetekend schrijven overgemaakt worden aan de FOD WASO, waar een bijzondere ‘commissie ondernemingsplannen’ het ondernemingsplan zal onderzoeken en een beslissing zal nemen.

 

Mogelijkheden

  • Volledige schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst van de bedienden gedurende een periode vastgelegd in de CAO of het ondernemingsplan met een minimumduur van 1 kalenderweek en een maximumduur van 16 kalenderweken per kalenderjaar
  • Gedeeltelijke arbeid (minstens 2 werkdagen per kalenderweek moeten gepresteerd worden) voor de bedienden gedurende een periode vastgelegd in de CAO of het ondernemingsplan met een minimum van 2 kalenderweken en een maximumduur van 26 kalenderweken per kalenderjaar
  • Een combinatie van 2 regelingen is ook mogelijk. Indien beide regelingen in hetzelfde jaar gecombineerd worden, komt 1 kalenderweek volledige schorsing overeen met 2 kalenderweken gedeeltelijke schorsing.

 

Formaliteiten naar RVA

De werkgever moet ten minste 14 dagen vóór de effectieve kennisgeving van de economische werkloosheid voor bedienden in de onderneming een standaardformulier C106A aangetekend versturen naar de RVA van de plaats waar de onderneming gevestigd is.

De RVA zal de bewijsstukken van de werkgever controleren. Na deze controle zal de RVA aan de werkgever meedelen of hij al dan niet aan de gestelde voorwaarden voor de economische werkloosheid voor bedienden voldoet.

De verdere procedure die gevolgd moet worden, is in grote mate geïnspireerd op de regels die gelden voor de invoering van economische werkloosheid voor arbeiders.

 

Vergoeding

De bediende krijgt ten laste van de RVA een uitkering voor de dagen tijdelijke werkloosheid.
Sinds 1 januari 2015 wordt voor elke tijdelijke werkloze, ongeacht de familiale toestand, de werkloosheidsuitkering vastgesteld op 65% van het begrensde loon.

Daar bovenop heeft hij recht op een supplement per dag van economische werkloosheid. De werkgever betaalt dat bedrag, tenzij die taak bij een algemeen verbindend verklaarde CAO wordt toevertrouwd aan een Fonds voor Bestaanszekerheid.

Het bedrag van de aanvullende vergoeding wordt vastgelegd in de CAO of in het ondernemingsplan dat het stelsel ingevoerd heeft.

 

Invoering via CAO

In geval de werkgever eveneens arbeiders tewerkstelt, dan moet het supplement minstens gelijkwaardig zijn aan het supplement toegekend aan de arbeiders van dezelfde onderneming die genieten van werkloosheidsuitkeringen in geval van tijdelijke werkloosheid.

Stelt de werkgever geen arbeiders tewerk, dan moet het bedrag minstens gelijk zijn aan het supplement voorzien door de sectorale CAO waaronder de werkgever zou ressorteren indien hij arbeiders zou tewerkstellen (dit bedrag mag ook niet lager liggen dan € 2!). Bij ontstentenis van een dergelijke CAO moet het supplement minstens gelijk zijn aan het minimumbedrag van € 2 voor arbeiders.

 

Invoering via ondernemingsplan

Ingeval de werkgever eveneens arbeiders tewerkstelt, dan moet het supplement minstens gelijkwaardig zijn aan het supplement toegekend aan de arbeiders van dezelfde onderneming die genieten van werkloosheidsuitkeringen in geval van tijdelijke werkloosheid, maar het bedrag moet minstens € 5 bedragen.

Stelt de werkgever geen arbeiders tewerk, dan moet het bedrag minstens gelijk zijn aan het supplement voorzien door de sectorale CAO waaronder de werkgever zou ressorteren indien hij arbeiders zou tewerkstellen, zonder dat het bedrag kleiner mag zijn dan € 5.

Bij ontstentenis van een dergelijke sectorale CAO, wordt het minimumbedrag van het supplement  vastgelegd op € 5 per dag.

De Commissie Ondernemingsplannen kan een afwijking op het bedrag van € 5 toestaan indien aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • de onderneming heeft daartoe een akkoord gesloten met alle bedienden uit de onderneming
  • de onderneming toont aan dat er effectief overleg geweest is met alle bedienden uit de onderneming

De Commissie Ondernemingsplannen zal eveneens, bij unanimiteit, een afwijking kunnen verlenen inzake het bedrag van de aanvullende vergoeding, voor die ondernemingen waar de Commissie dit verantwoord acht.

Het bedrag van het supplement mag in ieder geval niet minder dan € 2 zijn.

 

Wenst u meer informatie?

Indien u meer informatie wenst over dit systeem of een aanvraag wil indienen, dan mag u een medewerker van CLB Sociaal Secretariaat of CLB Consult contacteren. Wij kunnen een aanvraagdossier voor u samenstellen.

 

Bron: art. 77/1 tot 77/7 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.

Tags