Buitenlandse seizoenarbeiders land- en tuinbouw: bevrijdende bedrijfs-voorheffing, toelichting over de extra formaliteiten
1. Bevrijdende bedrijfsvoorheffing
Op de vergoeding van een seizoenarbeider niet-inwoner is 18,725% bedrijfsvoorheffing, in plaats van 11,11%, verschuldigd sinds het voorjaar van 2021. Dit geldt voor:
- de seizoenarbeiders die genieten van het speciaal RSZ-regime voor gelegenheidsarbeiders in de land- en tuinbouw. Arbeiders in de land- en tuinbouwsector kunnen immers een beperkt aantal dagen per jaar werken onder een gunstig RSZ-regime; én
- de prestaties als arbeider in de land- of tuinbouw ingevolge een contract van bepaalde duur of voor een duidelijk omschreven werk van maximaal 6 opeenvolgende kalenderweken onmiddellijk aansluitend op een tewerkstelling als gelegenheidsarbeider in de land- of tuinbouw bij dezelfde werkgever.
Een seizoenarbeider in de land- en tuinbouw die geen Belgisch rijksinwoner is en slechts gedurende een korte tijd als seizoenarbeider aan de slag gaat, moet geen aangifte in de belasting der niet-inwoners indienen.
De ingehouden bedrijfsvoorheffing van 18,725% stemt overeen met de eindbelasting. Indien de buitenlandse seizoenarbeider geen andere inkomsten verkrijgt die in België belastbaar zijn, hoeft hij geen aangifte in de belasting der niet-inwoners meer in te dienen. De ingehouden bedrijfsvoorheffing werkt bevrijdend.
Uitzondering: de wet voorziet een uitzondering voor inwoners uit een ander EER-land. De seizoenarbeiders zelf hebben de mogelijkheid om niet te kiezen voor de bevrijdende bedrijfsvoorheffing en toch een aangifte in de belasting der niet-inwoners in te dienen.
2. Formaliteiten voor de werknemer
Vanaf 1 januari 2022 moet een seizoenarbeider aan zijn werkgever een woonplaatsverklaring bezorgen en dit uiterlijk op de dag van de eerste betaling.
De verklaring wordt uitgereikt door de fiscale administratie van zijn woonplaats. Als werkgever vraagt u daarom best naar dit document alvorens de seizoenarbeider naar België komt.
Opgelet! De arbeider kan mogelijk problemen ondervinden om een door zijn fiscale administratie uitgereikte woonplaatsverklaring te bekomen en deze binnen de wettelijke termijn aan zijn werkgever te bezorgen. Daarom wordt er toegestaan dat een verklaring, die zijn officiële woonplaats vaststelt, mag worden verstrekt door een andere overheidsinstantie dan de fiscale administratie, voor zover die overheidsinstantie bevoegd is om de burgerlijke woonplaats vast te stellen.
3. Formaliteiten voor de werkgever
De wetgeving voorzag dat werkgever een afschrift van de woonplaatsverklaring moest bezorgen aan de fiscale administratie via elektronische weg vóór 1 maart volgend op het betrokken jaar.
Omwille van pragmatische redenen en om de administratieve formaliteiten voor de werkgever te verlichten, moet de werkgever de woonplaatsverklaringen ter beschikking houden van de Belgische fiscale administratie en overmaken op elk verzoek van die administratie. Bovendien bevat de fiche 281.10 van de inkomsten van 2021 een nieuw vak dat toelaat te vermelden dat de fiche bezoldigingen van een seizoenarbeider niet-inwoner in de land- en tuinbouw onderworpen aan de bevrijdende bedrijfsvoorheffing betreft.
Bron: Algemene administratie van de fiscaliteit – Belasting van niet-inwoners (natuurlijke personen) – Bericht aan de werkgevers die bezoldigingen betalen aan arbeiders die niet-inwoner zijn en als seizoenarbeiders in de land- en tuinbouw werken, BS 9 maart 2022.