Aansprakelijkheid voor loonschulden bij werken in onroerende staat: kijk uw aannemingscontracten grondig na!
Sinds 2012 kunnen opdrachtgevers, aannemers of onderaannemers die betrokken zijn bij werken in onroerende staat, hoofdelijk aansprakelijk gesteld worden voor de loonschulden van een (onder)aannemer. De inspectie en de werknemers kunnen zich wenden tot om het even welk niveau in de keten om de betaling van verschuldigde lonen te eisen. De aansprakelijkheid kan slechts worden ingeroepen na een schriftelijke kennisgeving van de inspectie en geldt alleen voor loonschulden ontstaan 14 werkdagen na deze kennisgeving en gedurende maximum 1 jaar.
De algemene hoofdelijke aansprakelijkheid werd onlangs aangevuld met een bijzondere regeling die in werking trad op 30 december 2016. De opdrachtgever of aannemer die samenwerkt met een (onder)aannemer die het loon van zijn werknemers niet correct betaalt (bv. onder het minimumbarema) wordt automatisch hoofdelijk aansprakelijk met zijn rechtstreekse medecontractant voor het gedeelte van het loon dat overeenstemt met de arbeidsprestaties die in het kader van de opdracht werden verricht. Er is dus geen voorafgaande kennisgeving door de inspectie vereist.
De bijzonder regeling geldt voor de bouwsector (PC 124) en voor de volgende sectoren in zoverre er werken in onroerende staat in de zin van de BTW-wetgeving worden uitgevoerd: metaal (PC 111), schoonmaak (PC 121), stoffering en houtbewerking (PC 126) en electriciens (PC 149.01).
De hoofdelijke aansprakelijkheid is niet van toepassing op de opdrachtgever-natuurlijke persoon die louter voor privédoeleinden werken in de bouwsector laat uitvoeren.
De bijzondere hoofdelijke aansprakelijkheid is beperkt tot de rechtstreekse medecontractant en geldt dus niet voor verdere onderaannemers. In deze relatie blijft de algemene regeling van hoofdelijke aansprakelijkheid gelden.
Een (hoofd)aannemer kan ontsnappen aan deze automatische aansprakelijkheid door een schriftelijke verklaring of overeenkomst, ondertekend door beide rechtstreekse medecontractanten, waarin uitdrukkelijk vermeld wordt dat:
- de hoofdaannemer de onderaannemer heeft meegedeeld dat de informatie over het verschuldigde loon terug te vinden is op de website van de FOD Werkgelegenheid: minimumlonen.be;
- de onderaannemer bevestigt dat hij de internetsite kent waarop de informatie over het verschuldigde loon staat;
- de onderaannemer aan de hoofdaannemer bevestigt dat hij het loon van zijn werknemers tijdig en correct zal betalen.
Kijk dus na of een dergelijke clausule is opgenomen in uw aannemingscontracten. Zo niet, laat uw (onder)aannemer zo snel mogelijk de vermelde verklaring ondertekenen!
Maar opgelet! Indien de (hoofd)aannemer ervan in kennis wordt gesteld dat zijn medecontractant, niettegenstaande de verklaring of de clausule in de aannemingsovereenkomst, de lonen van zijn werknemers toch niet correct betaalt, wordt zijn aansprakelijkheid opnieuw geactiveerd. Het bewijs dat de hoofdelijk aansprakelijke op de hoogte is van de niet-betaling, kan met alle middelen geleverd worden. Doorgaans zal dit gebeuren door een kennisgeving van de inspectie. Dit bericht moet aangeplakt worden op de werf waar de betrokken werknemers tewerkgesteld zijn.
De aansprakelijkheid geldt dan terug voor het loon dat overeenstemt met de arbeidsprestaties die uitgevoerd worden vanaf het verstrijken van de termijn van 14 werkdagen na de kennisgeving.
Indien de hoofdelijk aansprakelijke het loon niet betaalt, kan hij gestraft worden met een strafrechtelijke geldboete van € 400 tot € 4.000 of een administratieve geldboete van € 200 tot € 2.000.